Het recept waarop onderstaand recept is geinspireerd, is te vinden in De nieuwe, welervarene Utrechtsche keukenmeid. In het authentieke recept worden aan het deeg van tarwebloem, suiker en ei cubebpeper en heel fijn gesnipperde sukadeschil toegevoegd. Van het soepele deeg worden bolletjes gerold, net als de klassieke Zeeuwse en Kortrijkse peperbollen.
Met dit recept in de hand en de meer ingeburgerde methode van 'gebroken' pepernoten, hebben we het recept - met een rijker deeg van tarwebloem en roggemeel - een twist gegeven, luchtig gemaakt met bakpoeder en ei.
Pas het recept gerust aan wanneer je het te kruidig vindt, door de peper bijvoorbeeld te vervangen door gemberpoeder, ook scherp, maar minder. Het specerijenmengsel is zoals je kunt lezen veel minder divers dan dat van speculaas, gebruik daarom geen kant-en-klaar kruidenmengsel. In het recept staat kaneel. Wees daar terughoudend in. Kies voor de mildere Ceylonkaneel of wanneer je kiest voor cassia (kaneelpoeder), of kaneelknopjes (ook van de cassia), gebruik dan wat minder.
Kies zeker voor cubebpeper, hetzij voor de uit Indonesië afkomstige 'echt' cubebpeper (Piper cubebe), hetzij voor de Afrikaanse cubebpeper, ook wel ashantipeper genoemd (Piper guineense). Beide zijn bij de betere specerijenwinkel verkrijgbaar.
Breng het water aan de kook en roer er van het vuur de honing door.
Omdat het zo lastig is een kleine hoeveelheid specerijen te maken, maak daarom wat meer, om een deel voor later te bewaren. Maal de specerijen (dat kan met iedere specerijenmolen, een koffiemolen, de Bamix, de vlakke indonesische vijzel of een keramische vijzel). Wanneer je voor het laatste kiest, kan het zijn dat je de steeltjes van de gesteelde cubebpeper niet fijn krijgt, zeef deze eruit. Gebruik van de kardemom alleen de (zwarte) zaadjes.
Zeef de bloem, en kneed er met de hete honingoplossing een soepel maar stevig deeg van. Laat het deeg afkoelen en plaats het dan - afgedekt met folie - in de koelkast. Laat het deeg daar als het kan een dag of zelfs twee daagjes liggen.
Het geruste deeg is vrij stevig. Kneed het goed door met het bakpoeder en de kruiden, en wanneer nodig wat extra karnemelk. Rol er een dikke plak van zo'n 2 cm dik van. Gebruik wat roggemeel tegen het plakken. Snijd het deeg met een rolmes (pizzasnijder) in banen van 2 cm breedte. Steek daar uit de losse hand brokjes van zo'n 2 cm af. Werk niet al te precies, pepernoten behoren er immers rustiek uit te zien.
Verwarm de oven voor op 180°.
Leg de brokjes losjes tegen elkaar op een losse bakplaat of springvorm, om te voorkomen dat de onderkant van de pepernoten door directe verhitting te hard wordt. Schik de brokjes dicht tegen elkaar, zodat de brokjes elkaar bij het rijzen verdringen, en er tijdens het bakken één aaneengesloten plaat pepernoot ontstaat. Dat is uiteindelijk de bedoeling, levert de wat blekere zijkanten op. Plaats de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven en bak de pepernoten in 15-20 minuten lichtbruin en gaar.
Keer de bakplaat en laat de pepernoten even afkoelen alvorens de brokjes los te breken.