Het verschil zit in de dikte. Beide noedelsoorten worden gemaakt van voorgekookte kleefrijst. Shāhé fěn wordt gesneden uit een flinterdunne, gestoomde flens. De Guǒ tiáo, is een dikkere noedel, gesneden van een rijst'pannekoek'. De laatste is daardoor taaier, zoals rijstcake altijd wat aan de taaie kant is, ook gekookt. Dat heet 'een bite' heeft. Beide hebben de vorm van fettucini, d. .w.z. breed en plat.
Guǒ tiáo wordt ook wel ho fěn genoemd, en in het Kantonees kway teow.