Mochi-ko is een bloem van kleefrijst, gemaakt van de gekookte korrel. Wordt specifiek gebruikt voor de bereiding van mochi (rijstcake).
Jōshin-ko is een fijne maling van uruchimai, gewone Japanse rijst. Een grovere, gemiddelde maling wordt 'namishin-ko' genoemd, de grofste maling 'shinko'. Jōshin-ko wordt gebruikt bij de bereiding van dango (zie hierna) en kashiwa mochi, rijstcake in eikenblad (afbeelding rechtsboven).
Dango-ko is een mengsel van acht delen jōshin-ko op 2 delen mochigome-ko, speciaal gemaakt voor de bereiding van dangko.
Dit is een rijstbloem die van bruine rijst of zwarte rijst wordt gemaakt.
Dit is een zeer fijn gemalen bloem voor bijzondere bereidingen. Heeft in veel wagashi-winkels (banketbakkerijen zouden wij zeggen) de voorkeur boven jōshin-ko.
Eén zo'n bereiding is jōyou manjū 上用饅頭, of karukan dat wordt gemaakt van rijstbloem en yamwortel.
Dit is net als mochigome-ko een rijstbloem van kleefrijst, maar dan van niet-gekookte rijst, en daardoor elastischer. Voor de niet-professional is deze kleefrijstbloem gemakkelijk te gebruiken dan mochi-ko, van de gekookte korrel.
Tenslotte een 'hybride' rijstbloem, een combinatie van tarwebloem en mochi-ko. Dit mengsel heeft het voordeel boven 100& rijstbloem dat er mochi van gemaakt kunnen worden die minder plakkerig zullen zijn.