De Turkse, paarse aubergine is nauw verwant met de aubergine die in veel Westerse landen wordt verbouwd, een veelal dieppaarse, langwerpige vrucht, licht bitter en vooral sponzig.
De oranje Turkse aubergine is uitzonderlijker. Turkije is met Italië het enige Westerse land waar deze Afrikaanse aubergine wordt verbouwd, en het enige dat dat voor de export doet. De Oranje Turkse aubergine is , erg geliefd in Brazilië, waar deze (jiló genaamd) verbouwd wordt.
In tegenstelling tot de gewone aubergine is de Oranje Turk niet bitter, zelfs een beetje zoet, en heel geschikt om rauw gegeten te worden. Door de vrucht in te zouten, onttrek je wat vocht (en het laatste beetje bitterheid) uit de vrucht, en zal deze bij bereiding steviger blijven. Jongere, kleinere vruchten hoeven niet met zout behandeld hoeven te worden.
Omdat de aubergine van origine een tropisch gewas is, bewaar je aubergines (net als bananen) liefst niet in de koelkast. Aubergines zijn gevoelig voor temperaturen onder 10 ° Celsius, daaronder treedt lage temperatuur bederf op.
Bij kamertemperatuur kun je deze auberginesoort, mits vers gekocht, maximaal een week goed houden. Het verdient aanbeveling ze binnen enkele dagen na aankoop te gebruiken.
De Ethiopische aubergine was een geliefde groente onder de Sefardische Joden, die deze in hun taal, het aan het Spaans verwante Ladino, 'bronjena'. noemden De vrucht werd daarom wel de Joodse tomaat genoemd, en naderhand de Tomaat van de Joden van Constantinopel. Na het edict van 1492 dat de Joden in Spanje dwong zich tot het katholiisme te bekeren, vertrokken er velen naar het voor hen veilige Ottomaanse rijk.
Opnieuw, want ook in de 5e eeuw na Christus trokken veel Joden van het Iberisch schiereiland naar Turkije om zich te voegen bij de gemeenschap die sinds de 5e eeuw voor Christus in Constantinopel (het huidige Instanbul) leefde.
Turkije maakte zo via de Sefardische immigranten kennis met zowel de Ethiopische aubergine, als de gewone aubergine, als de tomaat, het gewas dat Spanje in Europa introduceerde vanuit de zojuist ontdekte Nieuwe Wereld.
Vanaf 1924 emigreerden veel Turkse Joden (Türkiye Yahudileri) naar Israë, toen het Palestijns mandaatgebied. Zij hebben hun Turkse cultuur behouden en beijveren sterke banden met hun thuisland Turkije, zoals veel naderhand naar Europa geëmigreerde Europese Turken doen.
Onderstaande gegevens hebben betrekking op de Afrikaanse Solanum aethiopica.