top
Jiló
Solanum aethiopica var gilo
JILÓE
 
JILÓ | SOLANUM AETHIOPICA

JILÓ

Braziliaanse aubergine

De Zuid-Amerikaanse jiló is een variëteit van de Ethiopische aubergine (Solanum aetiopicum), die in de periode van de slavenhandel van Afrika naar Brazilië is gekomen.

De aubergine groeit aan een 1,5 meter hoge plant, en is er in twee soorten, de comprido verde claro, een langwerpige lichtgroene aubergine (foto), en de morro redondo. De Verde claro kleurt oranje-rood als hij rijpt, de morro redondo, die ook bitterder is, niet.

Jiló's zijn geliefd in Goiás en Bahia, in het zuidwesten van het land, maar ook in Rio de Janeiro kun je ze vinden. Men eet deze aubergines in warme gerechten, zoals soep, bakt ze, en eet ze gesauteerd als snack met uien bij cachaça, de nationale drank van Brazilië

Door de vrucht in te zouten, onttrek je wat vocht (en bitterheid) uit de vrucht, en zal deze bij bereiding steviger blijven. Jongere, kleinere vruchten hoeven niet met zout behandeld hoeven te worden.

KOOKTIJDEN AUBERGINES
koken
5 minuten
roerbakken
8 minuten
stomen
8 minuten
smoren
20 minuten
grillen
4-5 minuten
 

Houdbaarheid (bewaaradvies)

Omdat de aubergine van origine een tropisch gewas is, bewaar je aubergines (net als bananen) liefst niet in de koelkast. Aubergines zijn gevoelig voor temperaturen onder 10 ° Celsius, daaronder treedt lage temperatuur bederf op.

Bij kamertemperatuur kun je een aubergine, mits vers gekocht, maximaal een week goed houden

Oorsprong en verspreiding

De jiló is in de tijd van de slavenhandel vanuit Afrika naar Zuid-Amerika gekomen.

Hoewel de aubergine net als in Europa en de Verenigde Staten ook wel Guinea squash werd genoemd, burgerde als spoedig de Portugese benaming berinjela in, afgeleid van het Indische brinjal, vooral gebruikt voor de Solanum melongena. De aubergine is heel populair in India, maar ook in Brazilië, waar hij tijdens de slavenperiode naar toe is mee genomen, waar in het zuiden van Brazilië de cultivar gilo of jiló (Solanum gilo) wordt verbouwd.

Taalkundige aspecten, etymologie

De naam jiló is afgeeid van njilo, de naam van de plant in het quimbundo , een Angolese taal, die door zeker 3 miljoen van Angolezen slaven af stammende Brazilianen wordt gesproken.

VERTALING GILO AUBERGINE

engels
scarlet eggplant
frans
aubergine africaine
italiaans
 
spaans
 
duits
 
arabisch
 
turks
 
india
khamen akhabi, samtawk
indonesisch
 
vietnamees
 
japans
 
chinees
 
 

Gezondheidsaspecten

Voedingswaarde, gezondheidsrisico's

Net als de andere leden van de Nachtschadefamilie bevat aubergine solanine, giftige glycoalkaloïden. Maar in tegenstelling tot de aardappel, een potentiële solanine-bom, kan deze Ethiopische aubergine variëteit rauw gegeten worden.

Onderstaande gegevens hebben betrekking op de Afrikaanse Solanum aethiopica.

Samenstelling per 100 gram rauw product

32,0
kcal
(134,0 kJoule)
1,5
gram
eiwitten
72,0
gram
koolhydraten
2,0
gram
vezels
0,1
gram
vet
VITAMINES
0,3
µg
vitamine A
(0% ADH)
0,1
mg
vitamine B1
(9,1% ADH)
0,1
mg
vitamine B2
(10,0% ADH)
0,8
mg
nicotinezuur (B3)
(5% ADH)
8,0
mg
vitamine B6
(570,0% ADH)
MINERALEN
28,0
mg
calcium
1,5
mg
ijzer

Bronvermelding update december 2017

Jiló | Wikipedia (PT/EN) Jiló Solanum gilo | World crops for northern United States Características físico-químicas, nutricionais e vida útil de jiló | M.M. Rinaldi en M.P. Gonçalvez