Het is wat vreemd om een vrucht te noemen naar het geslacht waar hij deel van uit maakt, wanneer het niet de enige plantensoort in het geslacht is. En dat terwijl er zulke mooie Nederlandse benamingen voorhanden zijn, zoals goudbes, ananaskers of Kaapse kruisbes. Wij houden het op goudbes, vanwege zijn kleur.
De goudbes is een overblijvende plant van 50-90 cm hoog, althans in de tropen. In gematigde zones is het een eenjarige plant. De stengels, de takken en de hartvormige bladeren zijn licht behaard, kenmerkend voor planten in de Nachtschadefamilie (Solanaceae) , waartoe het Physalis-geslacht behoort. De plant bevat de giftige stof solanine die in alle plantdelen aanwezig is, behalve in de rijpe vrucht.
De goudbes is bolvormig, 1-2 cm in doorsnede, en ontwikkelt zich vanuit de tweeslachtige bloem in een bladoksel van de plant, nooit meer dan één per bladoksel. De schil kan groen of alle kleurgradaties van groen naar paars zijn. Het vruchtvlees is geel, en bestaat uit pulp en een groot aantal eetbare zaden, als bij de tomaat. De smaak is heerlijk zoet, en doet denken aan de smaak van een kruisbes.
Goudbessen zijn omhuld met de ingedroogde vijfslippige kelk van de bloem die de vrucht vooraf ging, de calyx. Terwijl de vrucht zich ontwikkelt, droogt deze calyx in tot dun 'vliegerpapier'. De vruchten hangen aan korte bladsteeltjes in bladoksels van de plant, nooit meer dan één per bladoksel. De steeltjes worden bij het (handmatig) aan de vrucht gelaten.
De goudbes is het hele jaar door verkrijgbaar doordat hij over de hele wereld verbouwd wordt.
De goudbes wordt alleen rijp gegeten, omdat de onrijpe (groene) vrucht veel solanine bevat. Omdat de vruchten handmatig geogst moeten worden, is de prijs vrij hoog. Mede daarom wordt de goudbes als luxe garnituur voor desserts wordt gebruikt. De goudbes is echter ook geschikt voor hartige bereidingen, en voor het maken van jam, zoals men in Madagascar doet. Daar heet de vrucht pok-pok.
De calyx wordt niet gegeten. Deze is net als de bloemen en bladeren giftig.
De vrucht is lang houdbaar, mits de calyx intact is. Tot wel een maand.
In de achttiende eeuw is de vrucht naar Engeland gekomen, misschien wel vanuit Zuid-Afrika, waar de vrucht in die tijd op Kaap de Goede hoop verbouwd werd, daar gebracht door de Portugezen. Niet lang daarna werd de plant tot in Australië en Oceanië geïntroduceerd. De vrucht wordt momenteel in veel landen verbouwd, ook in niet-tropische landen.
De geslachtnaam Physalis is een afkomstig uit het Grieks. Physa betekent 'blaas', en duidt op het papieren omhulsel. De soortnaam peruviana verwijst naar zijn oorsprong, Peru.
De vrucht is de eer te beurt gevallen om onder de superfoods geschaard te worden, wat dat ook mogen zijn. Dat is de reden voor merkwaardige benamingen als Picchuberry, een vernoeming naar Nachu Picchu in Peru of Inca-berry.
De bloemen en bladeren van de goudbes zijn rijk aan solanine. Eet ze niet. Eet evenmin de onrijpe vrucht. De rijpe vrucht bevat relatief weinig gifstoffen.