Bamboe kent vele toepassingen, onder andere als bouwmateriaal. Eten doen we alleen de scheuten, de uitlopers van de bamboe. Ruim honderd soorten bamboe zijn geschikt om gegeten te worden, waaronder de Phyllostachus edulis f. edulis, de Dendrocalamus hamiltonii, de Bambusa bambos en de Gigantochloa atter. Eerstgenoemde, de edulis, produceert heel grote scheuten, van een kilogram en meer. Sommige soorten zijn uitsluitend bestemd voor conservering, andere worden vooral vers gegeten, zoals de prijzige Bambusa odashimae en de Nieuw-Guinea bamboe, die heel dunne scheuten vormt die ook rauw gegeten worden.
Door de verscheidenheid aan eetbare bamboescheuten, kan het hele jaar door vers geoogst worden, met als hoogseizoen de periode juli-augustus. De vroegste soorten zijn de Bambusa nutans en de Phyllostachus bambusoïdes (maart).
Naast voorbewerkte (voorgekookte) bamboe in blik, pot of vacuumzak, is bamboe regelmatig vers verkrijgbaar. In tegenstelling tot de voorbewerkte bamboescheuten, moeten deze scheuten geschild worden (zie hierna). In de groeigebieden is de keuze aanmerkelijk groter:
Lente-scheuten tot wel 10 cm doorsnede aan de basis en 20 cm lang, in China ook wel haarscheuten genoemd, naar het uiterlijk van de buitenste bladeren. Chinese benaming: mo sun
Winterscheuten (冬筍) nog niet de helft in omvang van lentescheuten; worden opgegraven wanneer de scheut nog slaapt of begint te spruiten. Chinese benaming: doeng sun
Zomerscheuten het kleinste soort, qua afmetingen te vergelijken met dunne asperge. Chinese benaming: jook sun
Verse bamboescheuten zijn enkele weken houdbaar in de koelkast. Ze kunnen prima ingevroren worden, zowel vers als voorgekookt.
Verse bamboescheuten hebben een bittere smaak doordat de scheut net als cassave waterstofcyanide (HCN) of blauwzuur bevat . Deze stof komt van nature voor in de scheut. Ze worden daarom niet rauw gegeten.
Verwijder eerst alle buitenblad en snijd de taaie voet eraf. Alleen het hart is eetbaar. De voorkooktijd voor een scheut in zijn geheel bedraagt 20 minuten, plakjes circa 5 minuten.
Door ze te koken vermindert de hoeveelheid blauwzuur. Het rendement is groter wanneer je de scheuten een uur kookt in plaats van 20 minuten (tegen de kook aan). Na liefst 2 uur is ieder spoor van cyanide verdwenen.
Voorgekookte bamboescheuten kunnen als zodanig geten worden, na het voorkoken gesauteerd, gebakken of gestoomd worden, en natuurlijk geroerbakt worden.
Met de nieuwe vondst is de datering van de rijststam Oryzeae nu bepaald op 107-129 Mya (million years ago). Ook de relatie tussen de subfamilies Bambusoideae, Ehrhartoideae en Pooideae is met deze vondst opgelost: Bambusoideae en Pooideae zijn meer verwant aan elkaar dan aan Ehrhartoideae. De scheiding heeft plaatsgevonden binnen de relatief korte tijdspanne van zo'n 4 miljoen jaar.
Azië heeft een bamboe-areaal van een kleine 24 miljoen hectare, waarvan zicht circa de helft in India bevindt. In Zuid-Amerika groeit circa 10 miljoen hectare, en in Afrika circa 2,5 miljoen hectare. Enorme oppervlakten.
Naar schatting 2 miljard mensen gebruiken op enigerlei manier dagelijks bamboe. Het wordt wel gezien als één van de belangrijkste gereedschappen in de strijd tegen armoede. Mede doordat bamboe niet alleen meer gezien wordt als een gebruiksartikel, maar ook wordt gewaardeerd om zijn schoonheid. Bamboe vraagt bovendien weinig investeringen, zodat ook kleine boeren er mee aan de slag kunnen om een inkomen te verwerven. Overal ter wereld zijn daarom projecten aan de gang om de boeren de technieken bij te brengen voor een winstgevende teelt.
Wereldwijd verschaft bamboe volgens de INBAR, het internationale netwerk voor bamboe en rotan, meer dan 1,5 miljard mensen werk, met een waarde in het economisch verkeer van 5 miljard dollar. Het is een product met een breed toepassingsgebied, uitermate geschikt om ingezet te worden in gebieden waar behoefte is aan een betaalbaar, duurzaam bouwmateriaal dat de zwaarste weersomstandigheden kan weerstaan. Waarvan bovendien de scheuten gegeten kunnen worden, met andere woorden een mes dat aan veel kanten snijdt.
In India groeien 128 soorten bamboe, die tot 18 genera worden gerekend. Men schat dat het bamboe-areaal in India alleen al 14 miljoen hectare bestrijkt, twee maal zo veel als China heeft. Het overgrote deel ervan is onbenut voor de voedselvoorziening. De overheid probeert op tal van manieren belangstelling voor de consumptie van bamboe op te wekken. Er zijn pilots gestart voor de commerciële teelt van bamboe voor consumtie-doeleinden in Assam en in Nagaland, waar traditioneel bamboescheuten gegeten worden.
De teelt van bamboescheuten vraagt aanpassingen van de telers, want anders als bij de teelt van bouw-bamboe vraagt de voedselteelt een goede behandeling van de grond en bemesting. De Indische overheid stimuleert daarbij organische bemesting. De teelt betreft de Asper bamboe (Dendrocalmus asper), de Bambusa balcooa en de Dendrocalmus hamiltronii.
In China is de bamboe-productie in de afgelopen dertig jaar explosief gestegen dankzij landbouwhervormingen. Ongeveer een vijfde van de wereldproductie aan bamboe komt uit China, waarvan 90% uit de hoger gelegen, arme regio's. Ook daar is nog een hele weg te gaan, vooral in de ontwikkeling van lonende 'non-timbre'-plantages. De Chinese overheid investeert bijvooebeeld in het realiseren van bamboe-bos op de erosiegevoelige hellingen, door financiële prikkels te geven aan gezinnen die die daarin participeren.
China produceert jaarlijks circa 1 miljoen ton bamboescheuten per jaar. Naast China zijn belangrijke exportlanden van bamboescheuten Thailand, met ruim 30.000 ton onder meer naar Europa, en Taiwan. Indonesië is een beduidend kleinere speler, net als de Philippijnen waar veel bamboe staat, die voornamelijk aangewend voor bouwkundge doeleinden en de meubelindustrie, maar heel geschikt zou zijn voor de productie van scheuten.
Het woord bamboe is onleend aan de oud-Portugese woorden mambuen bambus (eind 16e eeuw), gebruikt om bamboe te duiden. Ook in het Maleisisch komt het woord bambu voor. Het woord is waarschijnijk afkomstig uit een voor-Indische taal, het Dravidisch. De Portugese meervoudsvorm is Bambusa geworden, ´één van de circa 90 genera bamboe.
In veel Chinese keukens gebruikt men bamboescheuten, maar merkwaardig genoeg niet in de Kantonese keuken. Vanwege de toxiteit, de moeilijke verteerbaarheid en het potentiële gevaar voor iemand met een huidwondje, heet het. In elke ander Chinese keuken worden bamboescheuten zeer gewaardeerd, vanwege hun 'koude' energie die balans geeft in gerechten met de 'warme' energie van vlees. Misschien verklaart dat de afkeer voor bamboe in de Kantonese keuken, het warmere klimaat leent zich niet zo voor stoofgerechten en vlees staat er minder prominent op de kaart.
In Indonesië waar de scheuten in plakken gesneden met kokosmelk worden gegeten(gulai rebung), in de beroemde groentenschotel sayur lodeh en soms in loempia's. In Vietnam zie je bamboe onder meer in soepen, evenals in Thailand waar deze behalve in thom kai in diverse curries wordt gebruikt.
Bamboe is een gezonde groente met weinig maar meervoudig onverzadigd vet. Bamboe is calorie-arm, heeft veel eetbare vezels en mineralen, voornamelijk kalium, calcium, mangaan, zink, chroom, koper en ijzer.
Blauwzuur