De Indische staten Kerala en Karnataka vormen tezamen de Malabar kust(strook). Een groot deel van dit gebied maakte deel uit van het oude koninkrijk Keralapoutra, waar eerst de Portugezen, naderhand de Hollanders (zeventiende eeuw, de Fransen en de Britten hun invloed deden gelden. Het was 3.000 jaar voor Christus al een belangrijk handelscentrum, en kent daardoor een zeer gemêleerde bevolking. Het staat bekend als de bakermat van de peper en de peperhandel.
Malabar peper is een populaire en veel verkochte peper. De naam is via de Indian Spice Board beschermd op grond van de Indiase GI-Act (beschermde geografische indicatie), net als Tellicherry-peper.
Pepers uit het noorden van Kerala (ten noorden van Kochi) kunnen op grond van hun herkomst Tellicherry peper zijn, mits ze aan een aantal criteria voldoen,zoals m.b.t. de korrelgrootte. Maar zo'n 90% van de potentiële Kellicherry-peper voldoet niet aan vorenstaande criteria en wordt eveneens Malabar-peper genoemd. Beide pepers vallen onder dezelfde geografische indicatie.
Verkrijgbaar in de gespecialisserde winkel.
Het aroma is van malabarpeper wordt wel beschreven als matig scherp en een pepersoort voor alle dag.
Gedroogde peper is minstens tot drie jaar na oogsten houdbaar, mits droog en donker bewaard. Vanwege de grootscheepse handel in Malabar-peper is er redelijk veel peper in de handel die al een lang bestaan in de opslag kent, en al lang geleden geoogst is. Wees daar alert op, en houd u aan de bewaartermijn, peper verliest gaandeweg haar aroma.
De handel was aanvankelijk alleen regionaal. Geleidelijk aan verspreidde de teelt zich vanuit dit gedeelte van India over andere delen van India. In oostelijke richting werd handel gedreven met China, Maleisië en Indonesië. Wat deze laatste betreft, aangenomen wordt dat Indische kolonisten de plant rond 100 jaar voor Christus voor het eerst mee naar Indonesië hebben genomen, waar men alleen de lange peper (piper longum) kende.
In de periode van de pyramides (2600-2100 v Christus) maakten de Egyptenaren kennis met peper. Lang daarna, maar nog voor het begin van onze jaartelling beschrijven eerst Theophrastus en later Plinius de 'piper', een woord dat zij gebruikten voor zowel de lange peper als de zwarte peper. Dat was de tijd dat de handel vanuit Malabar op gang kwam met de Chinezen, de Arabieren en via de Arabieren de Joden. De Arabieren hielden de oorsprong van de peper strikt geheim, in het bijzonder voor de Grieken en Egyptenaren.
Die waren voor de handel op het verre oosten aangewezen op routes over land. Zij beschikten niet over de kennis om via zee handel te drijven, onbekend met de windsystemen op de Indische oceaan. De Arabieren hadden die kennis wel. Toen de Grieken in 40 na Christus de windsystemen van de Indische oceaan eveneens wisten te doorgronden, verloren de Arabieren hun voorsprong en al snel gebruikten de Grieken hun nieuw verworven kennis voor handel met India. Hun schepen kwamen nu binnen een jaar na vertrek terug van de reis. Al snel kwamen de handelsroutes in handen van de Romeinen en was het vooralsnog gedaan met de Arabische suprematie.
Toen het Romeinse rijk in 408 viel met de verovering van Rome door de Visigoten, kregen de Arabieren een herkansing, die ze met beide handen aangrepen. Vanaf dat moment was de handel in peper (weer) volledig in handen van de Chinezen en de Arabieren. Niet alleen met India, maar ook met Maleisië en Indonesië, die in de 10e en 11e eeuw onder de heerschappij van de Zuid-Indische koningen waren, die de peperteelt in oostelijke richting uit breidden.
Geleidelijk aan veroverde de zwarte peper in Europa terrein ten koste van de lange peper, die bovendien door het Brits parlement in de ban werd gedaan. Meer hierover vind u in de inleiding over zwarte peper.
Peper is rijk aan vitamine C, mineralen (mangaan, ijzer en koper) en phytosterol (55 mg per 100 gram)