Deze munt heeft rechtopstaande en kruipende stengels, en wordt vermeerderd door zaad of deling. De plant wordt een centimeter of 30 hoog. De bladeren zijn lancetvormig, 1 tot 2,5 cm lang, zonder beharing. De bloemen zijn bolvormig, bleek rose of wit (alba). De plant bloeit van juni tot september.
Hart's pennyroyal gedijt op vrijwel iedere grondsoort, mits niet te droog. Houdt van een licht zure bodem, zoals klei, maar is vooral geliefd als plant aan de rand van vijvers. Munt houdt van vocht, en gedijt het best in natte omstandigheden, in vochtige grond en in greppels. De plant verspreid zich door middel van uitlopers (stolonen), met de neiging andere gewassen te overwoekeren.
De plant heeft een sterke geur, als pepermunt. In de etherische olie van de wilde plant is de belangrijkste component pulegon (tot ruim 80%), gevolgd door isomenthon, limoneen en een kleine hoeveelheid menthon. Met dit hoge pulegoon-gehalte schaart de Hart's pennyroyal zich in de rij van giftige muntsoorten zoals de polei of pennyroyal, echter zo staat hij niet te boek.
De plant heeft recht opgaande stengels, die gemiddeld 10 cm hoog worden, maar kunnen uitgroeien tot een hoogte van ruim een meter. De donkergroene tot grijsgroene bladeren zijn enkele centimers lang, ovaal, soms elliptisch, en staan in paren. De plant bloeit uitbundig, met de bleek-paarse of witte (variëteit 'alba') bloemen in kransen.
De smaak van munt is fris, aromatisch en wat zoet. Het is geschikt voor het maken van thee, zoete en pittige gerechten, nagerechten, alcoholische en niet alcoholische drank, en laat zich goed combineren met lamsvlees. Portugal, net als polei voor het kruiden van vis, soep en açorda's', een Portugees broodgerecht.
Bewaar verse takjes munt zoals andere kruiden aan de steel, gewikkeld in een vochtige doek, verpakt in plastic. Zo houd je de kruiden zeker een week goed. Controleer steeds op rotte blaadjes en steeltjes. Eenmaal aangetast, bederft al gauw de hele bos. Munt is niet bijzonder geschikt om in te vriezen.
Plinius beschreef hoe munt de geest verruimt en je trek in vlees bevordert. Munt werd gebruikt om baden te aromatiseren, en als eau-de-toilette. eetlustbevorderend. Met anijs en komijn was munt lange tijd een belangrijk betaalmiddel, onder meer onder de Farizeeërs. Het stond met andere woorden hoog in aanzien.
In de vroege middeleeuwen werd munt in vrijwel iedere Europese kloostertuin verbouwd. Men gebruikte het ook voor het eerst als mondverfrisser. Poetsen van tanden gebeurt tot de uitvinding van tandpasta met gemalen schelpen of kalk. In de middeleeuwen voegde men daar kruiden aan toe: rozemarijn, peterselie en salie, en heel soms munt. In andere culturen gebruikte men daarvoor andere voorradige kruiden. In India bijvoorbeeld gebruikt men een mengsel van venkel, cardamom en steranijs, dat nog altijd wordt gebruikt en soms op tafel staat. Dat mengsel heet 'mukwah'.
De enorme vraag naar deze munt, het buitensporig oogsten van de wilde soorten en het verlies van habitat hebben het groeigebied van de Mentha cervina aangetast. Tegenwoordig wordt aangenomen dat het in aantal afneemt en geclassificeerd als Bijna Bedreigd (Near threatened) in de IUCN Rode Lijst van Bedreigde Soorten. In Italië is de plant uitgestorven.
Het woord munt of mint, komt van het Latijnse woord mentha, dat ook de geslachtsnaam is. Het woord is ontleend aan de Griekse mythologie, waarin de nimf Mynthe uit jaloezie door Proserpine in de plant werd veranderd in de plant die we nu munt noemen.
Linneaus gaf de munt het epitheton cervina, dat 'hert' betekent. Hierop zijn het Duitse Hirschminze en het Engelse voorvoegsel 'hart' terug te voeren. Pennyroyal zou een verbasteriing zijn van het Anglo-Franse Anglo-French puliol real, de toenmalige benaming Pulegium regale (koninklijke vlooienverjager) van die andere muntsoort, polei.
Respecteer het copyright !