Alubia Arrocina de Araba is de verzamelnaam voor de rijstwitte bonen in de Baskische provincie Araba (in het Spaans Álava genoemd). De eivormige bonen zijn tussen 4 en 10 mm groot, met een 100-zadengewicht tussen 30 en 40 gram. Ze hebben een dunne huid, zijn zeer vormvast, en zullen niet gauw stuk koken. Ze zijn heel geliefd als boon in salades.
Het klimaat in de provincie Álava is bij uitstek geschikt voor de teelt van bonen, en met name van deze bonensoort. De bonen, verbouwd in de volle grond, worden na 100-110 dagen geoogst. De arrocina-boon wordt verbouwd door tien boeren met een gezamenlijk areaal van ruim veertig hectare. De opbrengst bedraagt ruim 60 ton, waarvan tweederde in de handel wordt gebracht onder de naam Alubia Arrocina Alavesa onder het in 2016 verleende Eusko-label. De boon wordt in de handel gebracht in verpakkingen van 500 gram en 1 kilogram, maar nooit in bulk.
In Barco de Avila, Salamanca en Leon kun je de alubia arrocina del barco de Avila aan treffen. Een witte boon, klein van formaat en ovaal, bijna rond van vorm. De smaak is kenmerkend voor de alubia arrocina: delicaat, boterige textuur, met een zachte schil. De boon gaart snel en is goed verteerbaar door zijn lage zetmeelgehalte. Men gebruikt deze boon in salades, bonenschotels met zeevruchten of gewoon als bijgerecht met groenten.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de bereiding van gedroogde bonen in zijn algemeen. Hierin staat alles wat u weten moet over het wel of niet weken van bonen, het waarom, over het koken en over het schuimen van bonen. Lees dit artikel beslist, het is ook van toepassing op deze boon. Eet ze nooit rauw.
Week de bonen tevoren in koud water, gedurende de nacht. Met behulp van de snelkoker kan de inweektijd ingekort worden tot 1 minuut. Ververs ook na deze minuut het water, alvorend de bonen in de snelkoker te koken, afhankelijk van de maat van de bonen bij hoge druk tussen vijf en vijftien minuten.
Net als in Zuid-Amerika verbouwde men de bonen aanvankelijk volgens de Milpa-principes in combinatie met maïs, dat in het Baskenland wél gewaardeerd werd, in tegenstelling tot elders in Europa. Halverwege de zeventiende eeuw was maïs gemeengoed in de het hele noorden van Portugal en Spaanse regio's als Galicië, Asturiëen Baskenland. Toen kwam ook de aardappel
De commerciële teelt van de Baskische boon is in de achttiende eeuw begonnen. Zo'n 600 merendeels kleine familiebedrijven zijn momenteel bij de teelt van de boon betrokken.
De benaming alubia is typisch voor Noord-Spanje, vermoedelijk afgeleid van het Arabische al-lūbiyā, dat op zijn beurt afgeleid is vcan het Perzische lubeyā.