Italië is vanouds een land waar kaki's groeien, in het bijzonder de dadelpruim, die in Toscanië guajacana werd genoemd. Hoewel de dadelpruim volledig van de markt is verdrongen door de grotere kaki's, volharden veel Italiaanse kwekers en landbouwers in het benoemen van hun kaki's als dadelpruim. Ook in de Verenigde Staten zie je dat hun persimoen, de Amerikaanse 'kaki' min of meer liefkozend date-plum wordt genoemd.
In Italië worden overigens maar weinig kaki's verbouwd. De kaki, ook wel loti genoemd, wordt hoofdzakelijk verbouwd in Campanië en op Sicilë. De kaki vainiglia heeft zijn oorsprong in de Vesuviana, waar hij tegenwoordig voornamelijk verbouwd wordt, naast de van oorsprong Spaanse Ribra. Het belangrijste teeltgebied in de Vesuviana is de agro Acerrano-Nolano e Sarnese-Nocerino.
De Vaniglia is in de de jaren veertig van de vorige eeuw ontwikkeld. Het is een sterke, productieve boom met een redelijk koudebestendigheid. De boom wordt teruggesnoeid om veel opbrengst op jong hout te generen. De boom draagt mannelijke en vrouwelijke bloemen en is zelfbevruchtend.
Het vruchtvlees is oranje tot oranjebruin (brons), zeer zacht, maar niet zo zoet, en weinig bittertonen. De kaki is berucht om zijn (vele) zaad, maar steeds vaker worden zaadloze kaki's verbouwd. De schil is dun, en eetbaar, maar gemakkelijk te verwijderen. Wanneer de vrucht rijp is, is hij diep oranje, met een rode blos, net als de Spaanse Ribera; het vruchtvlees donker, rood-brons. De oogsttijd is van oktober tot mid-december.
De vruchten worden eerst een week tot acht dagen opgeslagen, zodat het tannine-gehalte terugloopt. Een vrucht weegt circa 150-170 gram. De vrucht heeft veel zaden, in tegenstelling tot de zaadloze sharonvrucht. Ook na opslag kunnen de onrijpe vruchten nog vrij wrang zijn. De vrucht wordt daarom bij voorkeur rijp gegeten, het vruchtvlees is dan aan de donkere kant (bronskleurig-rood).
Het seizoen is van oktober tot december. Wanneer je de vrucht onrijp koopt wordt deze bij kamertemperatuur normaliter binnen enkele dagen volledig rijp. Hij kleurt dan donkerbruin, en is zacht en geurend.
De schil van de vrucht is dun en kan gegeten worden. Toch worden de vruchten vaak 'uitgelepeld'. Snijd daartoe het kapje van de vrucht en lepel het vruchtvlees eruit.
In de koeling is de onrijpe vrucht 3 tot 6 weken houdbaar. De ideale bewaartemperatuur is 5°C.
De rijpe vrucht is zeer gevoelig voor beschadiging.
In de zeventiende eeuw maakt Europa kennis met deze vrucht die al sinds de zevende eeuw in China verbouwd werd. De kaki, lid van de ebbenhoutfamilie, werd aanvankelijk hoofdzakelijk verbouwd om zijn hout, voor de meubelindustrie. De oudste teeltgebieden in Spanje zijn Catalonië, Andalusië en Valencia. In geen van deze gebieden was in die tijd sprake van teelt op grote schaal, maar op kleine perceeltjes, overwegend voor eigen gebruik.
Deze kleinschalige start heeft geleid tot een grote differentiatie, met variëteiten als de Tomatero in Segorbe, de Picudo in Costata en de Cristalino in Ribera Alta.
Het traditionele Italiaanse kaki-areaal wordt de laatste jaren kleiner doordat boeren overschakelen op andere, standaardgewassen en op kaki-variëteiten die van nature minder wrang zijn - men noemt dat in Italië ammezziti kaki's - zoals de Rojo Brillante en de in Italië op grote schaal geteelde kaki tipo, een jonge Japoanse variëteit die goed bestand is tegen lage temperaturen in de winter.
De traditionele boomgaarden bevinden zich tussen Napels en Salerno, met name op het platteland van Acerrano-Nolano en Sarnese-Nocerino, evenals in het gebied van origine, aan de voet van de Vesuvius.
De oranje kleur van de rijpe vrucht verraadt al dat de vrucht caroteen bevat, onder meer beta-caroteen. Bovendien is de kaki rijk aan vezels en vitamine C.