De schil is geel, soms grillig en ruw, zoals de schil van de citron, soms glad. De albedo, de dikke witte, sponzige laag onder de schil, is volgens sommige bronnen niet eetbaar, volgens andere, net als die van de citron en pomelo uitstekend geschikt om te konfijten.
De lumia's heten weliswaar zoete citro(e)nen te zijn, maar bevatten én weinig sap, en smaken zeker niet geweldig. Onder gunstige omstandigheden draagt de boom twee maal per jaar vruchten, in het vroege voorjaar (maart) en aan het einde van de zomer (augustus-september). De vruchten kunnen twee maanden aan de boom blijven hangen.
De peercitroen kan wel 18cm groot worden. Heeft groen vruchtvlees dat bij rijping oranje wordt. Gecultiveerde soorten zijn: de Borneocitroen (Indonesië), de Balaingue, de Bitrouni en de Otrodj (Iran).