Ondanks zijn scherpte is de kanthari een Capsicum annuum, van de variëteiot siling labuyo De Kanthari-chili is bijna twee meter hoog en heeft afhangende witte bloempjes en staande, oranje rijpende, vruchtjes. Deze zijn gemiddeld 2 á 3 cm groot. Doordat de vruchtjes zo klein zijn- hun bijnaam is de muizenkeutel - is de opbrengst van de Kanthari (gewicht per hectare) vrij gering. Om die reden wordt voor het witte poeder een grotere variëteit geteeld, onder meer in Thailand. Ook in India teelt men op steeds grotere schaal grotere hybriden (foto).
De witte chilivrucht is een stadium gedurende de rijping van groen naar oranje. De scherpte is 50.000-100.000 SHU, behoorlijk heet. Voor het maken van wit chilipoeder worden zowel de authentieke kleine Kantahiri maluku gebruikt als hybriden met een grotere vrucht en een grotere opbrengst per hectare.
De Kanthari maluku wordt vooral in de eigen regio verhandeld.
Karanthi poeder wordt in de Moghul-keuken (India en Pakistan) gebruikt bij de bererding van papad, namkeen en ratlami.
Eén van de befaamde gerechten met de witte peper is Kanthari Mulaku chammanthi - een dikke chutney van tapioca, die overigens ook met rode chili's gemaakt wordt. Deze wordt gemaakt met verse Kanthari, sjalotjes of knoflook, zout, kokosolie en een snufje tamarinde. De scherpte van de Kanthari heet gedoofd te worden door er wat kokosolie door te doen. In Kerala wordt de chilipeper gebruikt in cassavegerechten en chutneys zoals thenga chammanthi. Vooral in christelijke boeren gemeenschappen is de peper zeer geliefd in yoghurt.
Gedroogde chili behoudt zijn kracht langer dan de gemalen peper. Normaliter is de bewaartermijn drie jaar, mits je de peper koel en droog bewaart, en vrijwaart van daglicht. Test de peper altijd op kleur en scherpte voor je deze gebruikt. Koop daarom geen te grote hoeveelheid in.
Hoewel de Kantahri wordt beschouwd als een typisch Indiase peper, wordt deze inmiddels ook elders in Azië verbouwd, met name in Thailand. De teeltgebieden in India zijn Kerala (Wayanad) en Meghalaya.