Çatalhöyük ligt op de Konya vlakte, nabij het huidige Konya. De nederzetting werd negenduizend jaar geleden gesticht, en zou op zijn hoogtepunt tweeduizend huizen omvatten op een gebied dat nauwelijks 10 hectare groot was. Deze enorme woningdictheid was alleen mogelijk doordat de nederzetting geen straten kende, men over de daken liep.
in de loop der tijd zijn steeds nieuwe huizen bovenop oude gebouwd, waardoor de huidige opgraving tot wel achttien successievelijke lagen kent. In deze gelaagde structuur hebben deskundigen de evolutie kunnen aantonen aan de hand van de lichamen van overledenen (die onder het huis werden begraven) en de gereedschappen die men gebruikte en de voorraden die men aan legde.
De nederzetting is bewoond geweest van circa 7100 tot 5600 voor Christus. Het is daarmee één van de oudste agrarische nederzettingen, en één van de uitgebreidst onderzochte. De reden waarom de nederzetting destijds verlaten is, is de koude-periode die het Neolithicum af sloot. De bewoners ervoeren 160 jaar achtereen koude winters en droge zomers, waardoor het leven erg zwaar was
In tal van voorstellingen worden vrouwen afgebeeld die het land bewerken, rituelen die verband houden met landbouw, zelfs de eerste vormen van gespecialiseerde voedselbereiding. Veel mannen jaagden nog altijd.
Mede aan de hand van sporen op kookpotten is vast komen te staan dat het dagelijks dieet van de bewoners bestond uit peulvruchten, granen, vlees en zuivel. De ontdekking van zuivelresten (palmitine- en stearinezuur) in deze potten is het oudste bewijs dat dieren gemolken werden, schapen en geiten, maar ook runderen. In veel potten zijn combinaties aan getroffen, bewijzend dat men gerechten bereidde, vermoedelijk pap en soep.
Één pot - gedateerd tussen 5900 en 5800 voor Christus, kort voor het einde van de nederzetting - bevatte alleen zuivel, in de vorm van eiwitten die in het wei-gedeelte van melk worden aangetroffen. dat duidt op de scheiding van de melk in wrongel en wei. Dat een pot apart werd gehouden om de wei in te bewaren suggereert dat de wei gebruikt werd, vrijwel zeker voor de bereiding van kaas.
De bewoners van Çatalhöyük hadden contacten met gebeiden buiten dde regio, onder meer handelsrelaties. Een belanbgrijk product dat in deze tijd verhandeld werd was obsidiaan, een vulkanisch glas dat in het Taurusgebergte werd gewonnen. Het werd gebruikt als spiegel.