Tell Abu Hureaya was tot voor kort het oudste voorbeeld van een agrarische nederzetting. De nederzetting ligt aan de Euphraat, en is meer dan vierduizend jaar aaneengesloten bewoond geweest, van rond 9000 tot 4000 jaar voor Christus. De plek lag in een zeer voedselrijke omgeving met een gevarieerde vegetatie. De vroegste bewoning van deze plek markeert een klimaatverandering van koude en droogte naar de jonge Dryas periode. De vegetatie veranderde, en de bewoners zagen planten die tot hun dagelijks dieet behoorden, verdwijnen.
De bewoners van Tell Abu Hureyra waren verantwoordelijk voor de domesticatie van rogge (Secale cereale) uit wilde rogge (Secale vavilovii) in de vroegste periode van bewoning, aanmerkelijk vroeger dan de domesticatie van einkorn (Triticum monococcum), emmer (Triticum dicoccum) en gerst (Hordeum vulgare).
Archeologen constateerden de steeds belangrijkere rol van granen in het dagelijks dieet van de bewoners aan de hand van het de aangetroffen maalwerktuigen, basalten vijzels. Hun aantal nam in een latere periode van bewoning alleen maar toe. Aanvankelijk woonde men er in deels ingegraven huizen, met de toegang aan de bovenzijde. Na zo'n vijfhonderd jaar verliet men de locatie, en trok naar elders, maar keerde duizend jaar later terug 'om de draad weer op te pakken' in Abu Hureyra I (10.000 - 9400 jaar geleden). De ingegraven huizen werden volgestort met puin, en vervangen door bovengrondse hutten van vergankelijke materialen. Later, in Abu Hureyra II (9400 - 7000 geleden), verving men deze hutten door rechthoekige huizen - met kamers - die werden opgetrokken uit niet-gebakken stenen, gevormd uit modder. In dat stadium woonden er tussen vier- en zesduizend mensen in het 15 hectare uitgestrekte dorp.
Het dieet was inmiddels veranderd en men verbouwde er behalve rogge ook linzen en einkorn, en in een later stadium ook emmer, gerst, kikkererwten en veldbonen, die alle elders gedomesticeerd zijn. Hetzelfde geldt voor de schapen en geiten die in Abu Hureyra II werden gehouden.
Aby Hureyra is rond 5800 voor Christus verlaten en is zevenduizend jaar later - in 1974 - voorgoed onder water verdwenen met de aanleg van de Tabqa dam en de vorming van het Assad meer. De archeologische site is in 1979 ten onder gegaan aan de waterwerken die hebben geleid tot de vorming van het Assad (stuw)meer.
Tell Abu Hureyra is niet de enige vroege landbouwnederzetting uit deze periode. Ook Chogha Golan in Zagros-gebergte (iran). Ook hier trof men in 2009 één een enorm grote hoeveelheid plantenresten aan. Net als in Tell aby Hureyra wilde gerst, maar ook veel geitengras en linzen.