Gynocardine komt onder meer voor in de zaden (pitten) van de kloewak, de vrucht van de Pangium edule, een boom die in de mangrovebossen van Malesië, Melanesië en Micronesi&eum; voor komt. De pitten van deze vrucht worden van oudsher eeuwen als smaakmaker gebruikt. Hiertoe worden de zaden voor gebruik gefermenteerd.
Gynocardine is net als amygdaline een cyanogeen-glycoside, een chemische binding van het glycon glucose, en het aglycon cyanohydrine, zelf een verbinding van een cyano- en een hydroxygroep. De moleculaire fomule van gynocardine is C12H17NO8.
Een cyanogeen-glycoside bevat blauwzuur, dat in reactie op beschadiging wordt vrijgemaakt door de van nature aanwezige enzymen in de plant, bij wijze van afweermechanisme.
De chemische reactie is essentieel voor het afweermechanisme van de plant. Het is een proces dat wordt aangestuurd door het enzym gynocardase. Wanneer onder invloed van dit enzym het suikerdeel van het glycoside wordt afgesplitst, komt eerst de cyanohydrine vrij, welke niet giftig is. Daarna valt spontaan of onder invloed van het enzym ook de cyanohydrine uiteen in een keton of aldehyde en in blauwzuur.
Dit chemisch proces wordt verijdeld, wanneer een product dat gynocardine bevat minstens een uur wordt gekookt. Door het koken wordt het enzym dat voor de vorming van blauwzuur verantwoordelijk is, vernietigd
Gynocardine komt voor in planten uit het Achariaceae geslacht, bijvoorbeeld in grote hoeveelheden - in alle plantendelen van de kloewak (Pangium edule). maar ook in verwante plantensoorten, zoals de Rawsonia lucida.