Voorbeelden daarvan zijn de 'laurierbes', een plant is uit het kaneelgeslacht (Cinnamomum cecidodaphne) en dus lid van de laurierfamilie en de 'laurierkers' de Prunus lauroceraus, een plant uit de rozenfamilie. Het Indisch laurierblad is een blad van de Cinnamomum tamala (malabathrum), allerminst de vervanger van het vertrouwde laurierblad, en behoort net als de laurierbes tot het kaneelgeslacht. Het in de Indonesische keuken veel gebruikte salamblad wordt wel Indonesische laurier genoemd, is geen laurier, maar een familielid van de Eucalyptus, en wordt vrijwel alleen in stoofgerechten gebruikt.
De 'echte laurier' is de zoete laurier oftewel de Laurus nobilis, de enige plant uit het Laurusgeslacht die culinair gebruikt wordt.
De bladeren van de Umbellularia californica zijn sterker van smaak dan die van de gewone laurier, in het bijzonder kamferiger en meer neigend naar kaneel. Gerbuik het blad daarom spaarzaam, wanneer als vervanger van gewone laurier.
In de Middeleeuwen vormden het blad van de Indiase laurier (Cinnamomum tamala) en dat van de Cinnamomum malabatrum het legendarische malabathrum. Het blad, bekend onder de Hindi benaming tejpatta, wordt in de Indiase keuken gebruikt vanwege zijn kaneelachtige smaak.
Laurier is een kruid dat over hele wereld gebruikt wordt en in veel kruidenmengsels voor komt. Laurier is een essentieel kruid in de klassieke Franse, Indische en Thaise keukens, maar ook daar buiten, bijvoorbeeld in het Philippijnse adobo. In Europese gerechten is de laurier niet vervangbaar, niet door enig ander kruid. In de Indiase keuken wordt vaak de Indische laurier gebruikt, een heel ander kruid, dat incidenteel wordt vervangen door de gewone laurier. Dat komt vooral doordat de beide bladeren in de Hindi-taal tejpatta worden genoemd.
Ook de Indonesche laurier is niet te vervangen door gewone laurier.
De brede definitie van de laurier is niet alleen eigen aan de Nederlandse taal. In de Engelse taal wordt naast de term bay leaf voor het culinaire blad de term laurel, niet alleen voor de planten in de Lauraceae, laurel wood voor de Calophyllum inophyllum, laurel oak voor de Quercus laurifolia (met laurierachtige bladeren) en nog veel meer planten.
Laurierbladeren bevatten essentiële oliën, 1-3% van het drooggewicht van het blad. Hiervan is 30-70% cinéol, wat verantwoordelijk is voor het karakteristieke laurier-aroma. Daarnaast bevat laurier stoffen die cytotoxisch zijn - giftig voor lichaamscellen. Zij maken dat je moet oppassen met de dosering: alcaloïden (vergelijkbaar met cafeïne en codeïne) en lactonen (die je ook in kaneel tegen komt, een stof die bij te grote dosering kan leiden tot leverbeschadiging).
Ben je op zoek naar laurierbesjes, laat de besjes van de laurierkers beslist staan, ze zijn licht giftig. De bladeren zijn overigens giftiger dan de besjes.