De salamboom - ook wel aangeduid als Eugenia polyantha - kan dertig meter hoog worden, en heeft een grijze, schilferige bast. Hij heeft roze bloemen, en rode, bruin rijpende vruchten. De bladeren zijn lancetvormig en bevatten eugenol, een etherische olie. De smaak van salamblad is aromatisch, licht zuur, vooral het jonge verse blad, waardoor salamblad uitstekend combineert met laos (galangal). Gedroogde bladeren hebben een meer aardse, soms ook licht zure smaak.

In tal van andere keukens wordt laurier (Laurus nobilis) gebruikt, de eigenlijke laurier. De Indische laurier is net als salam geen laurier, maar het blad van een kaneelachtige, met de smaak van milde kaneel.

De belangrijkste smaakcomponenten zijn:

• eugenol, zoet, houtig en scherp, typerend voor de geur en smaak van kruidnagel
• citral, als de schil van een citroen, en
• methyl chavicol (estragol), typerend voor het aroma van dragon.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

Gedroogde salam is algemeen verkrijgbaar, verse niet altijd, wel diepvries. Als vervanging worden verse kerrieblaadjes gebruikt.

Culinair gebruik en bereiding

De gedroogde bladeren hebben in tegenstelling tot de jonge, verse bladeren weinig aroma, en worden aan het begin van het kookproces aan stoofgerechten toegevoegd. Om het aroma ten volle te benutten worden de bladeren wel verkruimeld.

Salamblad is essentieel in sayur lodeh, een traditioneel Indonesisch groentegerecht en in serundeng.

Houdbaarheid (bewaaradvies)

Bewaar gedroogde kruiden op een donkere, droge plaats, en bewaar ze niet te lang.

Hij groeit in het wild in de bossen tot rond de 1000 meter boven zeespiegel op het eiland Java, in Sabah en in Thailand. De bladeren van de wilde salam worden bijna nooit gebruikt in de keuken, omdat ze minder geurig zijn dan de bladeren van de gecultiveerde boom en bitter kunnen zijn.

De boom groeit ook in Suriname, waar hij eveneens een plaats in de keuken heeft gekregen, ongetwijfeld dankzij de verbinding met Nederland.

Taalkundige aspecten, etymologie

Aanvanbkelijk deelde wight de plant in bij de Eugenia (Eugenia polyantha), nrt als de kruidnagel. Later deelde hij deze in bij de Sygyzium en neomde hem Sygyzium polyanthgum. Het Maleisische woord salam is één van de tweeduizend leenwoorden uit het Arabisch, en betekent 'vrede'. Daun is Maleis/Indonesisch voor 'blad'.

Benamingen in diverse talen