De velletjes rijstpapier worden gestoomd alvorens ze te drogen. Klassieke velletjes worden van louter rijst gemaakt, en in de zon gedroogd. Het proces is zo lastig, dat je ze bijna alleen nog fabrieksmatig worden gemaakt. Natuurlijk ook nog in kleine ambachtelijke fabriekjes, maar meer en meer in grote fabrieken. In het noorden van het land noemt men het rijstpapier bánh đa nem, en lenterolletjes nem cuộn (vers, niet gebakken) of nem ran, de evenknie van de Zuid-Vietnamese chả giò. Ze worden gemaakt van rijst(meel) en tapioca(meel).
Nem is een term die gebruikt wordt voor gewikkelde gerechten in zijn algemeen. Rolletjes met een bánh tráng wikkel herken je aan de toevoeging cuộn voor niet gebakken lenterolletjes en nướng voor gefrituurde rolletjes.
Het befaamde Vietnamese lenterolletje heet gỏi cuốn, en bestaat met diverse vullingen.
Chả giò rế is een minder bekend lenterolletje, gewikkeld in bánh hỏi, een 'vlechtwerk' rijstpapier, bánh tráng rế genoemd.
Nog zo'n Vietnamees lenterolletje is bò bía, de Vietnamese popiah-versie, met een vulling van jicama en wortel.
Rijstpapier wordt ook als snack gebruikt. Hiervoor wordt een dikker soort vel gemaakt, zoals in Tam Quan, waar het beslag wordt aangevuld met ui en sesamzaad, en in Quang Nam, waar dikke rijstvellen in gloeiende rietsuiker worden gedoopt.
Respecteer het copyright !