Ongetwijfeld is de bereidingswijze geïnspireerd door de Franse paté, niet voor niets wordt chả quế in Vietnam graag gegeten als vulling van een baguette, alhoewel het ook bij gestoomde rijstrolletjes wordt geserveerd. De bereiding heeft veel overeenkomsten met die van de gehaktrol chả lua, alleen wordt die gestoomd. Het kenmerkende van de chả quế is de knapperig, bruine korst.
Traditioneel wordt chả quế in Noord-Vietnam met Tết gegeten, tegenwoordig vaak geserveerd bij xôi gấc, rode kleefrijst.
Let op: het gehakt moet meerdere malen gedraaid zijn. Laat het de slager doen, of draai het zelf nog eens extra door de vleesmolen.
Los bakpoeder op in de 3 dl water.
Meng alle ingrediënten met uitzondering van de kaneel, en de liter water het laatst. Zodra je alle water door het vlees hebt gewerkt, voeg je ook het bakpoederpapje toe.
Rol het gehaktmengsel luchtdicht in folie, en laat het een nacht in de koelkast rusten.
Meng er de volgende dag met behulp van de foodprocessor de kaneel doorheen. Doe dat beetje bij beetje, zodat het goed verdeeld wordt. Neem een beetje van het mengsel, bak het licht en proef het. Pas de kruiding zo nodig aan.
Doe het gehakt op de ovenplaat op bakpapier. Smeer het gelijkmatig uit tot een dikte van 2 cm, zeker niet dikker. Maak het oppervlak glad met een bevochtigde spatel.
Doe de bakplaat in de voorverwarmde oven, en laat hem 10-15 minuten zetten. De bovenste laag zal al hecht geworden zijn. Prik het opperb]vlak met behulp van een prikker of vork in, zodat het opgesloten vocht kan ontsnappen, en bak de vleesplaat af. Wanneer de korst goudbruin is en het vlees door en door gaar, neem je het uit de oven om af te laten koelen. Pas daarna in repen snijden.
Chả quế wordt met Tet opgediend bij Xôi gấc, de beroemde rode kleefrijst.
Respecteer het copyright !