In de oudheid gingen mensen - niet alleen burgers, ook edelen - de bergen in om in het vroege voorjaar net gekiemd gras te plukken. Hert was de gelegenheid om elkaar een goede gezondheid toe te wensen. Daarbij hoorde het nuttigen van gras. Het is nog steeds een traditie om tijdens de nieuwjaarsvakantie pap te eten van zeven verschillende jonge grassen, waaronder seri, Japanse peterselie. Die pap heet nanakusa gayu.
Tijdens de Heian-periode trok de adel op de eerste dag van het nieuwe jaar (op de oude kalender) de velden in om te picknicken en spruiten te plukken. Een tafereel dat in veel gedichten is uitgebeeld.
Sansai was meer dan een traditie, vooral in streken waar de grond niet voor landbouw geschikt was. Het voorjaar voorzag de mensen met sansai van essentiële voedingsstoffen. Wat niet gegeten werd, werd geconserveerd voor later, wanneer er weinig verse producten voorhanden waren. Maar de wellicht belangrijkste functie van sansai is detoxificatie. De bittere groenten zouden het lichaam ontgiften, na een winter waarin men groene groenten en zon heeft moeten ontberen.
Sansai heeft weinig aan waarde ingeboet, zelfs nu er geen schaarste aan groenten is. Men neemt de vaak bittere smaken op de koop toe. In supermarkten en groentewinkels kun je daarom, veel meer dan vroeger, sansai aan treffen. Daanaast trekt het plukken van gewassen mensen naar de bergen, waar de plaatselijke specialiteiten gegeten kunnen worden en men zelf sansai kan plukken.
Op de site beschrijven we de volgende sansais: