Het Japanse hoefblad ontluikt in januari vanuit zijn wortelstok uit zijn winters ondergronds bestaan. Eerst de bloeiwijze, pas daarna de bleekgroene stengels. Om de knoppen in het wild te plukken, moet je er snel bij zijn. Het is een geliefde bezigheid, sansai (voorjaars-berggroenten) plukken, én bereiden. Veel sansai zijn bitter, dat accepteert men. De bitterheid accentueert het doel van het vergaren van wilde grassen en groenten, het ontgiften van het lichaam na de winter. Bitter, dat kunnen de knoppen zeker zijn, al is de bitterheid even zo vaak beperkt tot een bitterheid vergelijkbaar met die van koolraap.
In Korea worden de scheuten gestoomd of gekookt en daarna geperst om het bittere water te verwijderen. Om ze eetbaar te maken, worden de scheuten sowieso gehalveerd voordat er tempura van wordt gemaakt. Bestrooi de tempura met wat zout, that's all.
Een ander geliefd recept is dan fuki no tō miso, een spread van de bloemknoppen en miso. Je smeert het bijvoorbeeld op kip:
Snijd de gewassen scheuten fijn, en was deze opnieuw goed in ruim water. Knijp de gewassen groente uit.
Verhit nu een koekenpan, en doe er de sesamolie in. Roerbak de fijngesneden fuki. Zet het vuur niet te hoog. Zodra alle groente met olie bedekt is, voeg je de mirin toe, en pas wanneer de fuki bijna gaar is, de suiker en de miso.
Zet het vuur kort hoog om overtollig vocht te laten verdampen. pas als dat gebeurd is, voeg je van het vuur af het sanshopoeder toe. Snijd de kip in reepjes en besmeer deze nonchalant met de spread. Bestrooi met shichimi.
Wanneer je deze spread gebruikt bij komkommerreepjes of strips gebakken tofu, kun je de gele miso gerust vervangen door rode miso, en is een scheutje sake erdoor niet verkeerd.