Pindang is een fermenteertechniek die onder meer wordt toegepast op het houdbaar maken van vis en eieren. In deze rujak wordt de pindang als dressing gebruikt, in plaats van een azijn. Rujak wordt aan tafel op smaak gemaakt met een bumbu (mengsel) van zout, chilipeper en terasi. Dit wordt pas op het laatste moment door de rujak geschept.
Rujak kuah pindang is een gerecht van het eiland Bali. Een variant op dit gerecht is rujak bulung tuah pindang, waarin behalve vis ook zeewier zit. Zeewier wordt langs de west- en noordkust van Bali gewonnen. Een ander beroemd zeewiergerecht van bali is rujak bulung rumput laut.
In rujak tuah pindang wordt de vis in de bouillon gegaard. Je kunt ook bereide vis (tonijn) gebruiken. Deze kookt niet mee! Een alternatieve bereiding is die waarbij de saus vissig wordt gemaakt door er een vissenkop in te stoven.
In plaats van een mengsel van vruchten zoals in dit recept wordt ook wel één vrucht gebruikt, bijvoorbeeld een onrijpe mango.
Snijd en kneus de sereh, de gember en de laos. Snijd de blaadjes in stukjes.
Breng het water voor de saus aan de kook en voeg alle gesneden specerijen toe, en indien je verse vis gebruikt, ook de vis. Neem deze uit de bouillon wanneer deze perfect gegaard is. Reduceer de bouillon tot ongeveer de helft, en laat deze daarna afkoelen.
Was de yamboon en de vruchten, schil deze en snijd er dunne, hapklare plakjes van. Voeg ze nog niet samen.
Snijd de chilipeper, verwijder eventueel de zaadlijsten en zaadjes. Rooster de terasi. Wrijf het bumbu ruak -kruidenmengsel fijn in de vijzel en voeg er hoogstens 1 dl van de afgekoelde bouillon aan toe.
Meng de vruchten en de vis en voeg er de pindang aan toe. Schep de pindang over het vruchtenmengsel, en schep het er pas op het laatste moment (aan tafel) doorheen.