Was de venkels, en snijd er de stengels vanaf. Verwijder de buitenste rokken en halveer de knollen. Doe ze in ijskoud water (met ijsblokjes) met citroensap. Het water is niet alleen bedoeld om de venkel tegen verkleuring te behoeden, straks koel je er ook de gegrilde venkel in!
Neem de venkelknollen uit het water, en dep ze droog. Bestrooi de venkels met wat olijfolie en zwarte peper. Grill de venkel onder een gloeiend heet grill-elelement. Rooster één zijde gedurende één minuut, en keer de venkel. Laat de andere zijde nog dertig seconden grillen. Doe de venkel onmiddellijk over in het venkelwater om de garing te stoppen. Neem ze direct weer uit het water, en dep de venkel droog.
Snijd de stengels in eetbare stukken, en grill dez eveneens.
De vinaigrette wordt in de blender gemaakt. Doe daar alle ingrediënten in, behalve de olie, de citroenzest en het venkelblad. Zodra de ingrediënten zijn fijngemalen, doe je deze in een glazen of roestvrijstalen kom, en giet je er al kloppende met een garde in een dunne straal (emulsificeren) de olijfolie bij.
Voeg pas op het laatst, kort voor het opdienen, peper en citroenzest aan de vinaigrette toe, en maak op smaak met wat zout. Schud er de gegrillde venkel door en dien deze op. Garneer met venkelbloesem.