Het originele recept bevat enkele ongewone ingrediënten, zoals printensirup, potas en natron, de beide laatste als rijsmiddel gebruikt. Printensirup wordt gemaakt van rietsuikerstroop (van suikerriet) en glucosestroop (van maïs of aardappel), en wordt soms gecombineerd met honing.
In onderstaand recept wordt uitgegaan van een mengsel van potas en natron, zoals in het originele recept, maar staar je daar niet blind op. Vervang het gerust door bakpoeder, dat bevat beide. een ruime theelepel is voldoende. De printensirup is vervangen door een mengsel van suikerstroop, honing en (ongeraffineerde) muscovado. Persoonlijke voorkeur is de Golden suikerstroop van rietsuiker, deze verhoudt zich prima met de honing. de muscovado zorgt voor een lekkere bruine kleur en een heerlijke melassesmaak. De laatste kan vervangen worden door donkerbruine basterd (bietsuiker).
Verwarm de stroop en de honing en los er de muscovado in op. neem de pan van het vuur.
Hak de orangeat fijn.
Meng de bloem met de specerijen en de orangeat in een mengkom en voeg er het suikermengsel aan toe. Kneed het mengsel tot een deeg.
Laat het deeg twee dagen bij kamertemperatuur rusten, zodat de smaak maximaal gevormd kan worden.
Verwarm de oven voor op 200°. Wanneer je potas gebruikt, los je dat eerst in een eetlepel koud water op. Kneed dat (of het bakpoeder, maar dat niet in water opgelost), met de kandij door het deeg en kneed het deeg soepel.
Bestrooi het werkvlak met wat bloem en rol het deeg uit tot een vierkant van 30 bij 30 cm. Gebruik dunne latjes aan weerszijden om de plak recht en gelijkmatig uit te rollen. Snijd er rechthoeken van 4 bij 12 cm van.
Bak de koeken op een met bakpapier beklede plaat in 12 minuten goudbruin. Besmeer ze direct uit de oven dun met wat suikerstroop.
Doe de koeken na afkoeling in een trommel en dek ze af met bakpapier. Leg op het bakpapier appelschillen om te voorkomen dat de koeken uit drogen, juist lekker zacht (taai) worden. Laat ze enkele dagen met rust alvorens ze te op te dienen, wanneer je het uit houdt, minstens een week !
Ten opzichte van de N¨rnberger Elisenlebkuchen is de Aachener printen 'jong'. Het recept is pas aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaan, op basis van een recept uit Wallonië, de Couques de Dinant. Toen Karl der Kühne en zijn zoon Philips de Goede de stad (Dinant) belegerden, waren de voedselvoorraden vrijwel op. Bronsgieters uit de stad maakten het kruidig deeg dat later Printen werd, en bewerkten het in de mallen die zij in de gieterij gebruikten, voorlopers van de houten vormen waarin de printen later gemaakt zouden worden.
Deze vormen waren religieuze beeltenissen. Het gebruik van de vormen is afgeschaft gedurende de Napoleonische Kontinentalsperre, de blokkade van Groot-Brittanië, waardoor rietsuiker en bepaalde specrijen moeilijk te verkrijgen waren. Niet alleen het recept is daarop aangepast geweest (door wel verkrijgbaar rietsuikerstroop te gebruiken), ook werd de printen vanaf dat moment aanzienlijk soberder uitgevoerd.
In de laatste jaren is er tendens naar variatie, om het op het oog weinig pretentieuze printenproduct beter in de markt te kunnen zetten, waaronder rijk met noten belegde printen, de (uitgesneden) Printenmänner met een versiering van amandelen, printenballetjes en printillo's ® (printenstange).
Vanouds grote merken Printen zijn die van Henny Lambertz (gesticht in 1688, en hofleverancier van de West-Europese koningshuizen sinds 1870, ook fabrikant van Elisenlebkuchen), de Aachener Printen- und Honigkuchenfabrik van Rey (sinds 1833) en Bäckerei Nobis Printen (1858). Op de site van Gut-Wiltz vind je een overzicht met alle printen-bakkerijen in Aken en omgeving. Sedert 1997 heeft Aachener printen een Europese denominatie (Geschützter Geografischer Angabe).
De Abtei Königsmünster in Meschede (Sauerland) maakt een vergelijkbaar product onder de naam Mescheder printen.
Het woord Printen is afgeleid van het Nederlandse 'prent' en verwijst naar de religieuze afbeelding die traditioneel de printen sierde.
Respecteer het copyright !