Het wild zwijn of everzwijn komt op alle continenten voor, behalve op Antartica. Ze komen oorspronkelijk uit Europa en Azië. In bepaalde delen van de Verenigde Staten wordt het wild zwijn als invasieve soort bestempeld. Het wild zwijn komt in verschillende biotopen voor, van gematigde gebieden tot tropische gebieden, zelfs tot aan de evenaar, van bosgebied tot savanne, en komen zelfs voor in moerassige gebieden. Ze hebben gemeen dat ze leven in de directe nabijheid van water en beschutting, liefst dichte vegetatie, tegen predatie.
Sus scrofa is het meest wijdverspreide wild zwijn. Veel huidige ondersoorten werden vroeger als zelfstandige soorten beschouwd. Een flink aantal daarvan is inmiddels samengevoegd in een getrapte lijn die zich uit strekt van West-Europa tot het verre oosten en de Zuidoost-Aziatische archipels.
Sus scrofa is onderscheiden in vier groen: de Westerse rassen, de Oosterse rassen, de Zuid-Aziatische rassen en het Maleisische ras.
Tot de Westerse rassen worden gerekend de Sus scrofa scrofa, die in de meeste West- en Noord-Europese landen voor komt, de Sus scrofa meridionalis van Sardinië en Corsica, de Sus scrofa majori uit Midden- en Zuid-Italië, de Sus scrofa algira uit Tunesië, Algerije en Marokko, de Sus scrofa attila uit Zuidoost-Europa, en delen van de Kaukasus en Trans-Kaukasus m.u.v. Georgië, Armenië en Azerbeidzjan, uiit de Mesopotamische Delta in Irak, en oostelijke delen van Turkije en Syrië, de Sus scrofa lybicus uit Turkije, Syrië, Jordanië, Israël, Palestina en Egypte, en mogelijk de Balkan, de Sus scrofa nigripes uit het Tianshan gebergte in Kirgizië en het noordwesten van China (autonome regio Xinjiang ).
Tot de Oosterse rassen; worden gerekend de Sus scrofa sibiricus uit Mongolië, de Sus scrofa ussuricus uit het Verre Oosten van Rusland en de regio Mantsjoerije, de Sus scrofa coreanusvan het Koreaans schiereiland, de Sus scrofa leucostymax van de hoofdeilanden van Japan (Honshu, Shikoku, Kyushu, Nakadori, Hiburijima, Tojima, Kushima en andere kleinere eilanden), de Sus scrofa riukiuanus uit Iriomote, Ishigaki, Okinawa, Tokunoshima, Amamioshima en Kakerome eilanden in de Ryukyu eilandenketen in het uiterste zuiden van Japan, de Sus scrofa taivanus uit Taiwan en de Sus scrofa moupinensis iuiot de kuststreken van China en BVietnam.
Tot de Zuid-Aziatische rassen worden gerekend de Sus scrofa davidi van het Indiaas subcontinent, de Sus scrofa cristatus uit de zuidelijke Himalaya en de .Sus scrofa affinis uit Zuid-India en Sri Lanka.
Tenslotte het Maleisische ras met één telg, de Sus scrofa vittatus, die behalve in Maleisië voor komt op talrijke eilanden van de Indonesische archipel.
De wetenschappelijke naam Sus scofra werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus in de tiende editie van Systema naturae. De soortnaam scrofa betekent letterlijk 'bedoeld voor fokdoeleinden' . Sus scofra of 'moederzwijn', wordt beschouwd als de stamvorm voor het gedomesticeerde varken. De Sus scrofa scrofa wordt beschouwd als de nominotypische ondersoort.
Naast het algenoemde benaming 'everzwijn' kent de Nederlandse taal nog enkele andere benamingen voor het wild zwijn, zoals