De varkenhouderij was in die tijd zeer extensief, en speelde zich voor het merendeel af in de bossen, in de bossen van Valnerina bijvoorbeeld. De varkensfokkerij vertegenwoordigde een groot economisch belang. In de Middeleeuwen werden Umbrische bossen waarin de varkens gehouden werden zelfs gemeten in 'varkens', op basis van de norm voor het aantal dieren dat per oppervlak kon worden gehouden.
Tot de jaren 1930 werden in Valnerina, net als elders in Italië op deze manier varkens gehouden, waaronder het Apennijns varken, typisch voor de Valnerina. Dit Apennijnse varken onderscheidde zich door een bleke band over de overigens donkere, borstelige vacht. Het is uitgestorven doordat boeren het houden van moderne hybriden prefereerden, maar is desondanks weer present, onder de naam Nero Cinghiato. Er is een fokprogramma in Umbrië, bedoeld om de varkens weer uit te zetten in hun oorspronkelijke territorium.
In Italië worden momenteel de volgende zwarte varkens gehouden: 8)