De trekkende vorm van de Salmo trutta wordt zeeforel of schotzalm genoemd (Salmo trutta morpha trutta). Tijdens zijn verblijf op zee, krijgt hij een zilveren kleur en worden de vlekjes op het lijf donkerder. Qua paaigedrag lijkt de zeeforel op de Altlantische zalm. Volwassen zeeforellen hebben ook uiterlijk veel weg van de zalm, maar de vorm van de vlekjes verschilt, hun bek is groter en de staartwortel breder.
Zeeforellen hebben een vetvin en zoals gezegd een grote bek, die tot voorbij het oog reikt. De rug is bruingrijs, de flanken zilvergrijs. Ze hebben kruisvormige vlekjes op het lijf. Een zeeforel kan wel anderhalve meter lang worden bij een gewicht van 20 kilogram, soms meer. Ze worden bij uitzondering 20 jaar oud; met 4 jaar is een zeeforel volwassen. Ze voeden zich met kleine schaaldieren, insecten, kleine vissen en wormen.
Ze leven graag in koud, stromend, zuurstofrijk water, bij voorkeur met beschutting zoals rotsen, overhangende beplanting, of zoals in Nederland in de roodwieren aan de voet van de kustverdediging. Ze houden niet van een te sterke stroming. Maar zelden worden ze in ons land nog stroomopwaarts aangetroffen, behalve in de Rijn en de Maas. In Scandinavische, Schotse en Ierse rivieren zie je de zeeforel veel vaker. De zeeforel gaat de rivier op om te paaien. Ze maken gebruik van hun enorme sprintvermogen (tot wel 6,5 meter per seconde) en sprongkracht.
De paaitijd vindt plaats in de late zomer. Het vrouwtje legt ongeveer 2.000 eieren per kilogram (van haar eigen) gewicht. Zij sterft terwijl zij op haar broedsel let. Slechts 20% van de mannelijke forellen overleeft het paaien en keert terug naar zee. Wanneer ze volwassen zijn, zullen terug keren naar hun geboortegrond om zelf te paaien.
Een deel van de parr, zo worden de jonge visjes van circa 25 cm genoemd wanneer ze schubben krijgen, blijft tussen 1 en 5 jaar in het zoete water om dan zeewaarts te trekken, en daar een metamorfose te ondergaan. Een deel van de mannetjes blijft in het zoetwater als beekforel.
Beekforellen (Salmo trutta morpha fario) verblijven hun hele leven in zoet water, en worden nauwelijks één kilogram. De beekforel is al eeuwen lang een zeer geliefd 'sportvis', vermoedelijk al sinds de Romeinen. Sinds de achttiende eeuw wordt het vissen op beekforel veelvuldig beschreven.
Veel op de Nederlandse markt aangeboden regenboogforel wordt verkocht onder de naam zalmforel. Regenboogforel uit Nederlandse wateren (zoals het Veerse meer) is uitgezette forel, de regenboogforel komt hier van nature niet voor.
Omdat de goudforel een kleine vis is, leent deze zich er het beste voor om gesauteerd of (in zijn geheel) gerookt te worden.
De hier gegeven bereidingstijden zijn een indicatie, bovendien slechts een kleine selectie van de bereidingswijzen van forel. Gebruik voor goudforel de minimumtijden.
Tegenwoordig komt hij op tal van andere plaatsen in de wereld voor, waar hij is uitgezet: Noord- en Zuid-Amerika, Zuid- en Oost-Afrika en van Austyralië tot Zuidoost-Azië. Het is één van eerste vissoorten die kunstmatig werd voortgebracht. In het begin van achttiende eeuw al. Het gebeurde voor het eerst in Duitsland, naderhand, halverwege de negentiende eeuw, in het Verenigd Koninkrijk.
De kwekerij van zeeforel is eigenlijk niet voor consumptiedoeleinden opgezet, maar om de visstand in open water te herstellen. In Frankrijk heeft men eind jaren tachtig van de vorige eeuw de kwekerij voor consumtie in open kooien opgezet, maar een echt succes is dat nooit geworden. Het is een niche-markt gebleven.
Sinds de vis in 2004 van de Rode lijst van bedreigde vissoorten is genomen, is de productie van zeeforel weer opgebloeid. De belangrijkste producent is Rusland (met zo'n 100 ton per jaar), gevolgd door onder meer Italië, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, en Denemarken. Op tal van andere plaatsen in de wereld wordt op zeeforel gevangen, onder meer in Oost-Europa en Afrika. Wereldwijd wordt circa 3.000 ton zeeforel gevangen.
De benaming trutta is afkomstig uit het Latijn, net als salmo. De betekenis van trutta is forel, salmo komt van het latijnse 'salire' dat 'springen' betekent, en wordt gebruikt om alle zalmachtigen aan te duiden.
Om die reden is de vangst op zeeforel in Nederland bij wet verboden. Het vangstverbod geldt zowel in de binnenwateren als binnen de 12-mijlszone langs de kust.
In maart van dit jaar zijn honderden zeeforellen in het Lauwersmeer uitgezet, naar Deens voorbeeld, om de sportvisserij op zeeforel te bevorderen en indirect de zeeforellenstand te vergroten. Van de beperkte openstelling van het Haringvliet bij eb en vloed verwacht men een positief effect op de stand van de zeeforel. Door de sluizen op een kier te zetten, kan het zoute zeewater het Haringvliet instromen en ontstaat er een natuurlijk overgangsgebied tussen zout en zoet water. Om de stroomopwaartse trek mogelijk te maken zijn in op verscheidene plaatsen, zoals bij Borgharen, Hagestein en Grave vistrappen aangelegd, om de vissen de gelegenheid te geven om langs de barriès (stuwen) te zwemmen.
In delen van de Verenigde Staten is de zeeforel invasief en concurreert hij met lokale vissoorten, zoals de ook in ons land voorkomende bronforel (Salvenilus fontinalis).