De argan groeit sinds mensenheugenis en lang daarvoor in Noord-Afrika, naar men aan neemt al 50 miljoen jaar. Het is de enige plantensoort in het geslacht Argania, beroemd om zijn vermogen zelfs onder de droogste omstandigheden te overleven. De zaden zijn van groot belang voor de Berbers als brandstof, dat geldt overigens ook voor het arganhout.
De zaden bevinden zich in een vrucht, beschermd door een harde schaal (noot). Om een smaakvolle olie te krijgen worden de vruchten rijp geplukt of geraapt, naar gelang de condities. Nadat het vruchtvlees is verwijderd (dat wordt niet gegeten) worden de noten gekraakt, waardoor de zaden vrijkomen. Een vrucht bevat één tot drie zaden bevatten.
Zoals gezegd worden deze voor de beste olie geroosterd alvorens van de zaden olie te persen. De koek die van het persen over blijft, wordt gemengd met amandel en honing tot een pasta, die 'amalou' wordt genoemd.
Culinaire arganolie wordt nagenoeg uitsluitend fabrieksmatig gemaakt met moderne machines volgens het procedé van koude persing. Eén van die merken is Ajddigue. "Le savoir faire des femmes d'argane" vermeldt het label. Het is één van de corporaties die culinaire argan-olie maakt onder fairtrade-label.
De smaak van argan-olie is notig met een accent waarin je sesamolie herkent. De olie is geschikt voor warme en koude bereidingen. Het rookpunt bedraagt 220°C. Advies: doe op zijn Berbers enkele druppels in de couscous.
Het is een mythe, dat de beste argan-olie wordt gemaakt van zaden die worden uitgescheiden door de geiten die de vruchten 'plukken'. Integendeel. Deze geraapte zaden worden juist niet voor culinaire olie gebruikt. Het Israelische Oren gebruikt in haar marketing dat zij voor het oogsten van de zaden geen geiten gebruiken. Dat gebeurt nergens, laat dat gezegd zijn. Feit is dat hun olie gemaakt wordt van de zaden van gekloonde Marokkaanse arganbomen.
Argan-olie is rijk aan vitamine E.