Changsha 'stinkende tofu' - zhǎngsāchòu dòufu - is één van de bekendste soorten stinkende tofu, maar ook de naam van een gerecht.
De smaak van deze tofu is vrij pittig, zelfs voor een stinkende tofu. Net als andere stinkende tofu's heeft changsha dòufu een eigen, regionale receptuur op basis van pekel. Een wel heel rijke pekel.
Changsha tofu wordt gemaakt met een starter van pekel waaraan wel twintig ingrediënten worden toegevoegd, waaronder reeds gefermenteerde zwarte sojabonen (dòuchǐ), shiitake-paddenstoelen en winterbamboescheuten. De fermentatie kan wel anderhalf jaar in beslag nemen. Het resultaat is een stevige, zwarte tofu.
De starter wordt steeds hergebruikt, waarbij voor een nieuwe batch steeds wat nieuwe startercultuur wordt toegevoegd. Na de fermentatie worden de blokjes tofu in een simpeler pekel gedaan, waarin ze enkele uren blijven, waarna ze worden afgespoeld. Thee-olie komt er tijdens het fermentatie-proces niet aan te pas, pas wanneer je de tofu gaat eten. Vanouds worden de blokjes namelijk in thee-olie gefrituurd, de meest gebruikte olie in olie. Door het frituren krijgen de blokjes een knapperig korstje.
Volgens de overlevering zou het begonnen zijn vanuit een in theeolie gebakken tofu. De Changsha stinkende tofu wordt met Yongfeng chilisaus en Xiangtan lotuszaad gerekend tot de "Drie Schatten van Hunan".