De witte sapote is één van de bomen uit het geslacht Casimiroa. Echter niet iedere zapote maakt daar deel van uit, neem de sapodilla (Manilkara zapota), de zwarte zapote (Diospyros nigra) of de mamey zapota (Pouteria sapota), drie overigens ook heerlijke vruchten.
De witte zapote (Casimiroa edulis) is een gemiddeld 10 meter hoge, maar soms wel 18 meter hoge boom. De bast is grauw-grijs en bedekt met talrijke lichtgekleurde 'wratjes'. De boom heeft veel takken en een brede, dichte kroon. De bladeren zijn handvormig geveerd en bestaan uit uit drie tot zeven blaadjes. Deze zijn 6-13 cm lang, donkergroen en leerachtig.
De boom groeit het best onder subtropische omstandigheden, en is bestand tegen lichte vorst. De vruchtvorming begint normaal gesproken in het 7e of 8e jaar, bij geënte exemplaren vier jaar vroeger. De zapote bloeit, althans in Mexico, in de maanden januari en februari en geeft gemiddeld zo'n 100 kilo vruchten. Wanneer het tijdens de bloei echter te koud is, gaat dat ten koste van de vruchtvorming. De vruchtvorming neemt gerekend vanaf de bestuiving 210 dagen in beslag.
De geelgroene bloemen van de witte zapote zijn veelal hermafrodiet en niet geurend. De vruchten zijn 5-10 cm lang. Ze vallen van de boom wanner ze rijp zijn, en worden enkele weken voor ze zouden vallen geplukt. De vrucht wordt, net als een appel, met een stukje steel van de tak geknipt. Na het plukken zal de vrucht doorrijpen en zijn volle smaak ontwikkelen.
De ovale steenvrucht bevat twee tot vijf boonvormige room-witte zaden, die rauw giftig zijn. Net als de zaden is ook het vruchtvlees roomwit, hoewel er ook variëteoiten zijn met geel vruchtvlees. Het ruikt van 'nergens naar' tot banaan of perzik, en zo smaakt de vrucht ook, als een custardvla met een vleugje fruit en een toontje bitter. De Brix-waarde van de rijpe vrucht is rond 30°. De textuur van het vruchtvlees doet denken aan een avocado. De voedingswaarde is vergelijkbaar met die van een banaan.
Het seizoen voor de witte zapote is in Mexico van juni tot oktober, ligt op de Bahama's twee maanden vroeger. De vrucht wordt nog onrijp gekocht en is bij kamertemperatuur normaliter binnen enkele dagen voledig gerijpt. Hij kleurt dan geel, en is zacht en geurend.
In de koeling is de onrijpe vrucht 3 tot 6 weken houdbaar. De ideale bewaartemperatuur is 5°C. De rijpe vrucht kan prima ingevroren worden, zowel in zijn geheel als in stukjes.
De vrucht is gevoelig voor beschadiging. Koop alleen onbeschadigde vruchten, beschadigde vruchten kunnen bitter zijn.
De schil van de vrucht wordt niet gegeten, omdat deze bitter is. dat geldt ook voor het vruchtvlees dicht op de schil. Het vruchtvlees wordt uit de schil geschept, als handfruit gegeten of verwerkt in zoete gerechten, desserts. Combineert goed met limoen of citroen, en zuivel of ijs.
De plant groeit van nature in de bergen op hoogtes van 750 tot 2.700 meter. In Oaxaca en Chiapas wordt veel witte zapote verbouwd. Daarnaast wordt hij op alle continenten voor zijn vruchten verbouwd, onder meer in Nieuw Zeeland, Israel en Egypte. In Europa wordt de boom op beperkte schaal verbouwd in Frankrijk, Italië en Spanje.
De geslachtsnaam zou ter ere van kardinaal Casimiro Gomez de Ortega kunnen zijn, een Spaans botanicus uit de achttiende eeuw, of een hommage zijn aan Casimiro Gómez, een Otomi-indiaan die in De Mexicaanse onafhankelijksoorlog vocht en stierf. De vrucht wordt ook wel naar één van hen, of beiden, casimiroa genoemd.
In het Nahuatl heet de vrucht cochitzapotl, wat slapende zapota betekent. Het Spaanse matazano betekent 'doodt een gezond mens', waarmee op de giftige zaden wordt gedoeld.
Het woord zapote zelf is afgeleid van het Azteecs 'tzapotl' dat voor veel soortgelijk gevormde vruchten werd gebruikt.
De witte zapote wordt medicinale kwaliteiten toegedicht, zou bloeddrukverlagend zijn, en goed zijn tegen arthritis en rheuma.