Het is een rechtopgaande, sterk vertakte plant. Hij wordt in Engels ook wel boombasilicum (tree basil) genoemd, omdat de onderzijde vaak verhout is. Hij is groenblijvend. Hij wordt twee tot drie meter hoog en heeft lichtgroene, gezaagde bladeren. De plant draagt 4-6 cm pluimvormige, gele bloemen, soms -zoals in Zuidoost-Azië het hele jaar door. Gecultiveerde planten bloeien tussen de 135e en 195e dag.
De basilicum groeit op vruchtbare, vochtige bodem, maar kan na de bloei goed tegen droogte. De bladeren worden het liefst voor de bloei geplukt, omdat de kwaliteit van de bladeren met de bloei sterk achteruit loopt. De bladeren zijn licht behaard.
Het bovengrondse gedeelte van de plant bevat etherische olieën. Er zijn drie chemotyen:
Deze enorme verschillen maken het moeilijk om vast te stellen, voor welk gerecht welk type kruidnagelbasilicum gebruikt moet worden. In Nigeria gebruikt men de 'kruidnagel' basilicum in pepersoep bijvoorbeeld als equivalent voor limoenblad, duidelijk een basilicum van het citral-type, met anijs- en zoethout-tonen.
De verwarring wordt nog groter wanneer in beschrijvingen de (Afrikaanse) kruidnagelbasilicum en de Indische heilige basilicum met elkaar verward, vermoedelijk doordat de heilige of Thaise basilicum eveneens een kruidnagelsmaak heeft, en in het Engels vaak 'clove scented basil' wordt genoemd. Volgens de Plantlist zijn het verschillende planten.
De bladeren zijn hier alleen in gedroogde vorm verkrijgbaar. Voor wat betreft het citraltype, kan het blad vervangen worden door serehstengel (bevat ongeveer eenzelfde hoeveelheid citral).
De zaden worden door Vreeken aangeboden onder de benaming basilicumboom. De site geeft niet aan welk chemotype het hier betreft.
In West-Afrika worden de blaadjes veelvuldig gebruikt, niet alleen als kruid, maar ook als bladgroente. Deze wordt zowel rauw als gekookt gegeten. Op de Cariben is kruidnagelbasilicum alleen als kruid bekend. De bloemen zijn eetbaar.
De plant is genaturaliseerd in Polinesië, Hawaii, West-Indië, Mexico, Panama, Brazilië en Bolivia.
In India is de plant, die Vana tulsi wordt genoemd, heilig. Tulsi, de onvergelijkbare, is voor Hindoes de incarnatie van de almoeder of moergodin Tulasi. Er zijn veel soorten tulsi: alle groenbladige basilicums worden Sri of Rama Tulsi genoemd, de paars-groene Krishna of Shyama tulsi (Ocimum tenuiflorum) de zoete basilcum Ban tulsi (Ocimum basilicum), de kruidnagelbasilicum Vana Tulsi (Ocimum gratissimum), de kamferbasilicum Kapur tulsi (ocimum kilimandscharium), d citroenbasilicum Dulal tulsi (Ocimum x africanium). De Kapoor Tulsi is hoewel niet inheems, tegenwoordig de meest algemeen gebruikte basilicum in de Indiase keuken.
De basilicum'boom' of Vana Tulsi is de heiligste plant in het Hindoeisme, want wordt beschouwd als de 'poort tussen hemel en aarde', vandaar de traditie om een stervende basilicumthee te laten drinken.
Volgens de hindoetraditie is een huis niet compleet zonder deze tulsi. Die zie je daarom overal bij de ingang van het huis geplant in een speciaal gemaakte plantenbak, de tulsi vrindavan.
Het woord basilicum is ontleend aan het Latijnse woord voor vorstelijk, 'basilius', naar het Griekse lákhanon basilikón of basilikón phutón, wat respectievlijk vorstelijk kruid en vorstelijke plant betekent. In Nederland wordt voor basilicum ook wel de benaming 'koningskruid' gebruikt. De geslachtsnaam ocimum is afgeleid van het Grieks, en betekent 'te ruiken', gratissimum betekent 'de aangenaamste'.
Respecteer het copyright !