Bonenkruid is verwant aan kruiden als tijm en rozemarijn. De plant is houtachtig en geurt zeer aromatisch dankzij de etherische olieën thymol en carvacrol. Hij heeft violette, kort behaarde stengels met kleine lancetvormige blaadjes die aan de randen behaard zijn. In de late zomer verkleuren de blaadjes van groen naar dieppaars. Bonenkruid bloeit van juli tot oktober met bloemen die rood of roodachtig kunnen zijn of wit, met donkere stippen.
Het geslacht Satureja kent een vijftigtal plantensoorten, waarvan alleen het zomer- en het winterbonenkruid voor consumptieverbouwd worden. Zomerbonenkruid is, zoals de naam aan geeft alleen in de zomer verkrijgbaar, winterbonenkruid het hele jaar door, het is een overbijvende plant.
Hoewel de hele plant aromatisch is, worden vrijwel uitsluitend de blaadjes gebruikt. De smaak is heel eigen, een beetje peperig en zoet.
Zomerbonenkruid is maar kort verkrijgbaar, meestal tezamen met de eerste tuinbonenoogst. Net als winterbonenkruid kan zomerbonenkruid in het voorjaar geplant worden, zodra de vorst voorbij is. Beter is het nog om de plant 1-2 maanden eerder binnenshuis voor te trekken, in maart. De eerste oogst is dan als snel mogelijk. Geef hem matig water en je hebt er vele maanden plezier van.
Bewaar verse takjes bonenkruid zoals andere kruiden aan de steel, gewikkeld in een vochtige doek, verpakt in plastic. Zo houd je de kruiden zeker een week goed. Controleer steeds op rotte blaadjes en steeltjes. Eenmaal aangetast, bederft al gauw de hele bos. Bonenkruid is niet geschikt om in te vriezen.
Bonenkruid werd in de Middeleeuwen voor medicinaal gebruik verbouwd op de keizerlijke landgoederen en in kloostertuinen. Bonenkruid is opgenomen in de Capitulare de villis, waarin het 'satureiam' wordt genoemd. De Capitulare de villis is een verordening uit een reeks capitularie die hij schreef, en die behoort tot de pre-800 capitularies, daterend van rond het jaar 795. Karel de Grote schrijft hierin voor hoe de keizerlijke landgoederen moeten worden ingericht, gebruikt en beheerd.
Bonenkruid behoort in de Italiaanse (Romeinse) keuken, en de Balkan keukens.
Bonenkruid wordt van oudsher gebruikt voor het kruiden van bonen in het algemeen, in het bijzonder van tuinbonen, en augurken. Een andere Oud-Nederlandse benaming is keule.