De Tetrapleura tetraptera of aidan boom wordt in Ghana, het land waar de vrucht haast mythisch is, prekese genoemd. Hij wordt niet verbouwd. De boon die je koopt, wordt van wilde bomen geplukt, en hoofdzakelijk op lokale markten verkocht, zelden vers, veelal in gedroogde vorm. Hij is onder tal van namen in de handel, niet alleen als prekese, ook onder de naam essèssé of het Franse 4-côtes.
De Tetrapleura tetraptera is een 20 tot 25 meter hoge boom, met een vrij kleine kroon. De boom heeft samengestelde bladeren. Ieder blad wordt gevormd uit vijf tot negen paren langwerpige, puntige blaadjes. De plant behoort tot de onderfamilie Mimosoidae, in de Fabaceae familie.
De bloemen groeien aan het uiteinde van de takken op korte bloemstelen. Ze groeien paarsgewijs. De bloeitijd is van februari tot vroeg in april. De peulen ontwikkelen zich in de daaropvolgende maanden en rijpen van september tot december. Ze zijn zijn 15 tot 25 cm lang en glanzend, paarsbruin. Ze bevatten 8 mm grote zwarte zaden. De peul blijft gesloten, ook wanneer hij volledig gerijpt is.
De vrucht (boon) is licht gebogen en heeft aan vier zijden 'vleugels' van een centimeter of drie breed. Twee bevatten een pulp (de verse peul althans), dat licht zoet van smaak is. Wanneer de peul volledig gedroogd is, krijgt de gedroogde pulp een straffere smaak. Deze is afkomstig van, hoe kan het anders, tannine. Daarnaast proef je de bitterheid van saponine, een glycoide die je in veel bonensoorten tegenkomt, en behoort tot de afweermechanismen van de plant.
De prekese-peul is één van de ingrediënten in het specerijenmengsel banga, een belangrijk specerijenmengsel in de Ghanese keuken. Banga wordt bijvoorbeeld in palmnotensoep wordt gebruikt, die in Ghana dedetsi of abenkwam wordt genoemd, en in Nigeria ofe akwu.
Dit zijn de landen waar de boom momenteel voor komt: Angola, Benin, Cameroen, Centraal Afrikaanse Republiek, Congo, Gabon, Ghana, Guinea, Guinea-Bissau, Ivoorkust, Kenia, Liberia, Nigeria, Senegal, Sierra Leone, Sudan, Tanzania, Togo, Uganda en Zaïre.
In veel van deze landen is de boon in de eerste plaats een medicijn, met uitzondering van Ghana, waar de medicanal gebruik meer op de achtergond is gedreven dan elders. In Ghana speelt de prekese een prominente rol in veel nationale gerechten. In dit artikel gebruiken we daarom niet de Engelse of Franse benaming, maar de Ghanese naam, prekese.
Omdat er zo veel vraag is naar de boon, en deze een belangrijke inkomstenbron kan worden voor kleine boeren, pleit Slowfood ook ter bescherming van de natuurlijke habitats, voor domesticatie. Vooral in Nigeria wordt hier veel onderzoek naar gedaan.
De geslachtsnaam - en de soortnaam - zijn ontleend aan het Grieks en betekenen 'vier-ribbig' (tetra is vier, en pleura is rib), naar de vier vleugels van de vrucht, in het Frans vertaald als quatre côtés.
Prekese is de benaming in het Twi-dialect, en betekent soep-parfum, de meest toepasselijke benaming op een culinaire website. Aidan (Yoruba, Nigeria) betekent bijvoorbeeld 'geen spreuk nodig' en kikangabalimu (Rwamba, Uganda) 'maakt geesten bang'. Zulke benamingen onderstrepen het belang van de vrucht in rituelen en medicijnkunst. Soms nog belangrijker dan als voedsel.
De meeste Westerse benamingen zijn afgeleid van Afrikaanse namen, zoals het Engelse aidan tree, naar de Yoruba-benaming en eséhésé, de Franse benaming afgeleid van de Douala-benaming. Hieronder geven we benamingen in een aantal Afrikaanse talen, zie ook de beschrijving van de vrucht en zijn toepassingen.
Zoals zo vaak, vormt de populariteit van een in het wild geoogste vrucht een directe bedreiging voor de populatie. Dat is zeker het geval n Ghana, waar het bos waarin dse Tetrapleura teraptera groeit, ook onder ernstige druk staat door mijnbouw. Men probeert de boom te verbouwen, maar dat is tot nu toe weinig succesvol gebleken, doordat de boom na twaalf jaar sterft. Dat is niet het geval in zijn natuurlijke (gemengde) habitat.
Respecteer het copyright !