Voor veel Nederlanders is de norm voor een goede pindakaas kort na de Tweede wereldoorlog gesteld door het Delftse Calvé. Onder het adagio 'gewoon lekker' leverde Calvé een pindakaas waarin 94% pinda was. Toevoegingen waren er nauwelijks, alleen wat zout en wat plantaardige olie om de pindakaas smeuiig te maken.
De NOF-fabrieken in Delft waar de Calvé pindakaas vandaan kwam, was gespecialiseerd in het maken van slaolie, die niet noodzakelijkerwijs uit pinda's werd gemaakt.
Op de labels van de huidige pindakaas, ook die van Calvé komen tegenwoordig ingrediënten voor, die je niet in pindakaas zou verwachten. Zoals suiker. Opmerkelijk is dat juist de pindakaas van Calvé, die sinds 2008 niet meer in Delft wordt gemaakt maar in de margarinefabieken van Blue Band, minder pinda's is gaan bevatten (85%) en meer plantaardige olieën en vetten (margarine).
Om pindakaas te maken worden de pinda's bij 426° geroosterd en vervolgens op een temperatuur van 160° gehouden. Na een periode van 40-60 minuten worden ze afgekoeld tot 30°, door er lucht over te blazen. Pas dan worden de vliesjes verwijderd.
Bij het malen mag de temperatuur om smaaktechnische reden niet boven de 70° komen. Eerst worden de pinda's klein gemaakt, daarna met de toegevoegde ingrediënten fijngewalsd. Het proces waarbij de losse stukjes pinda's tot een samenhangende massa worden gewalst, heet homogeniseren.
Pindakaas kan lang bewaard worden, ook na opening van de verpakking en buiten de koelkast..
Pindakaas is in Nederland een alledaags product, dat niet alleen algemeen verkrijgbaar is, maar in tal van uitvoeringen, merken en prijsklassen. De calorische waarde schommelt tussen 580 en 670 kcal, het vetgehalte tussen 35 en 50 gram (per ons). Ook de hoeveelheid eiwitten, belangrijk als voedingsstof en als bindmiddel voor het maken van pindasaus, wisselt van 18 tot 24 gram per ons. Let ook op of er suikers zijn toegvoegd.
De prijs van niet-biologische pindakaas is gemiddeld zo'n € 1,75 voor een pot met 350 gram pindakaas; ongeveer even duur als een kilo gebrande pinda's. De prijs van biologische pindakaas is gemiddeld €0,50 duurder. De toevoeging 'bevat nootjes' hoeft niet te betekenen dat het gehalte aan pinda's ook hoger is, integendeel soms. De stukjes noot verhullen het juist lagere pindagehalte.
De pindakaas van Zeemansboter is biologisch en zou uitsluitend bestaan uit pinda's (99,8%) en zout (€3,50). Unueco -fairtrade en biologisch- noemt zich de eerste fairtrade pindakaas op de Nederlandse markt uit pinda's uit Chandong (China), maar voegt ongehard plantaardig vet toe. Smaakt is een biologische pindakaas zonder toevoegingen. De prijs van een 250 grams potje bedraagt circa €2,00.
Pinda dokun is voor zo ver bekend de enige pindakaas nog op Surinaamse leest geschoeid, van het merk Wippy fosteng, a gi uma neng!
Pindakaas, vooral populair in de Verenigde Staten, Europa en Azië rpeot kennelijk een gevoel van chauvinisme op. Onze pindakaas, dat wil zeggen in de smeerbare vorm, zou een Canadese vondst zijn, maar volgens de Amerikanen een 'ontdekking' van John Harvey Kellog, of George Washington Carver, de schrijver van het eerste pinda-kookboek, aan het einde van de negentiende eeuw.
Alleen Nederlandse bronnen geven een andere inkijk. Deze is mede gebaseerd op de beschrijving door een Duits zendeling C.L. Schumann aan het eind van de achttiende eeuw al van een Surinaamse gerecht dat hij pinda-donnuku noemde. Dit gerecht duikt later op in Nederlandse documenten onder de naam 'pienda-dokoen'.
Dokoen wordt daarin, hier met de oorspronkelijke schrijfwijze, als volgt beschreven: " een soort van podding of deeg van rijpe banannen, jonge maïs of dergelijke gemaakt. Pienda-dokoen, een zodanig deeg van gebakken en fijngestampte pienda vervaardigd." Dus: podding, banannen en pienda.
Simpelweg fijngewreven pinda's dus, geen olie. Het resultaat was een stevige pindakaas, vergelijkbaar met kokosbrood, waar je plakjes af kon snijden.
De naam pindakaas is verwant aan het Surinaamse pindakasi dat in het begin van de twintigste eeuw opdook als synoniem voor pinda-donnuku, een gerecht dat dateert uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Het was de benaming voor snijdbare maar niet smeerbare blokken die van fijngewreven pinda's werden gemaakt
In andere landen worden vooral samenstellingen van pinda en boter of crème gebruikt, zoals het Engelse peanutbutter. Het Nederlands kent een soortgelijk woord niet.
Sommige pindakaasmerken gebruiken gehard vet in hun receptuur en voegen suiker toe. het beste advies in dezen: lees het label hierop na. Toegevoegde suiker is sowieso overbodig (gebrande pinda's bevatten van nature 4,2 gram suiker per ons), alle gedoe met gehard vet (transvet) is flauwekul, bedoeld om het ontmengen van de pindakaas (zie bovenstaande foto) te voorkomen. Het toevoegen van gehard vet vindt zowel in gewone als in biologische pindakaas plaats.
Door het oliegehalte vormt zich op pindakaas na verloop van tijd normaliter een olielaagje, dat je gewoon weer door de pindakaas roert (verdeelt) om deze smeuiig te houden.
Een helaas bekend fenomeen, waar je ook met pindakaas mee te maken hebt, is pinda-allergie. De allergie houdt verband met bepaalde suikereiwitmoleculen in de pinda. De allergische reactie wordt veroorzaakt door het eiwitgedeelte in deze moleculen. De suikergroepen in dee moleculen leiden niet zelden tot een verkeerde diagnose bij tests op allergieën op andere peulvruchten. Daardoor krijgt de patië met een pinda-allergie een dieet voorgeschreven vanwege een aangenomen allergie voor bonen of erwten. In de regel volledig onnodig.
Eenzelfde 'kruisreactie' geeft mensen die aan hookoorts leiden soms een eveneens onterechte diagnose op pinda-allergie.
Mensen met een pinda-allergie zijn zelden allergies voor andere peulvruchten, met als uitzondering van lupine. Mensen kunen allergisch zijn voor beide of voor één van beide. Het verdient aanbeveling om een precieze diagnose te stellen, want lupine komt in steeds meer producten voor als vervanger van soja. De aanwezigheid van lupine dient sinds 2008 op een verpakking vermeld te worden.