Deze prijzige bonen, zijn een lekkernij in Griekenland, waar ze onder meer verwerkt worden in Yigandes plaki, een klassieke taverna-schotel met tomatensaus. De reusachtige boterbonen worden vanwege hun exceptionele formaat wel de olifantenboon genoemd.
De regio waar de boon wordt verbouwd liggen nabij de Albanische grens, en hebben een klimaat dat een combinatie is van het Middellandse zeeklimaat en het landklimaat van de achterliggende regios'. De lentes zijn er zacht, de zomers koel, en er valt het jaar door gemiddeld 600 mm regen. Onder deze voor de groei van de bonen optimale condities, kan in september met het oogsten worden begonnen.
Het oogsten van de favioles neemt in totaal drie maanden in beslag, tot eind november. De oogst verloopt in twee tot drie fasen, aangezien de peulen progressief rijpen van de onderkant van de plant tot de top. De peulen worden in hun geheel in de zon te drogen gelegd, waarna ze gedopt worden door er met twijgen op te slaan.
Wanneer dat nodig blijkt, worden de zaden daarna nog langer te drogen gelegd, tot ze een vochtpercentage hebben bereikt van rond 12%. Het duizendtalgewicht van de gedroogde zaden bedraagt dan tussen 1,2 en 1,8 kilogram.
Sedert augustus 2003 heeft de Griekse boterboon Europese bescherming door middel van de Beschermde geografische aanduiding. De officiële benaming van de beschermde boon luidt: "Fasolia Gigantes - Elefantes Kastorias".
De bonen zijn tegen het einde van de 16e eeuw in Griekenland geïntroduceerd. De teelt van de fasolia in de grensregio's zou in de achttiende eeuw begonnen zijn.
De benaming fasolia komt van het Arabisch al-fasoulia, dat (droge) groene bonen betekent. Het Oud-Griekse φάσηλος (fasilos) is de bron van het Latijnse woord phaselus or phaseolus, de bron voor de botanische benaming van de gewone boon.
In beginsel dienen bonen gekookt te worden. Een uitzondering hierop vormen jonge bonen, omdat deze de stof die in bonen zit en kan leiden tot darmproblemen, in jonge zaden nauwelijks voor komt. Een uitgebreider toelichting op het koken van bonen en lectine, het eiwit in kwestie, vind u in het inleidend artikel over de Vlinderbloemfamilie Fabaceae.