Om die reden vraagt het Italiaanse Slowfood aandacht voor deze bonen, die in de zeventiende eeuw vanuit Spanje, via de Provence in het terrassengebied van Badalucca, Conio en Pigna geïntroduceerd zijn.
De witte boon die hier wordt verbouwd, is een gewone boon Phaseolus vulgaris, net als bruine boon, de snijboon en de nierboon. De bonen dienden zich aan te passen aan de bijzondere klimatologische omstandigheden en de bodemgesteldheid in het gebied. Die is kalkrijk. Dat resulteert in drie verschillende soorten witte bonen, die uitstekend gedijen op de terrassen temidden van het droge achterland.
De mineraalrijke bodem geeft de bonen een bijzondere smaak heeft, met accenten van kastanje en verse noten. De boon is klein, en kan een rose blosje hebben, maar kan ook volledig wit zijn. De boon uit Conio is gemiddeld wat groter dan die uit Pigna en Badalucco. De boontjes zijn 12-13 mm groot en niervormig tot rond, vooral de Badalucco.
De bonen worden vrij laat, in juni, ingezaaid. De oogsttijd is van medio september tot medio oktober.
In Ligurië eet men de bonen zowel vers als gedroogd. In de regio heeft men drie signatuurgerechten, in Pigna is dat geitenvlees met bonen, la capra e fagioli, in Conio een bonensoep met rund, zemin geheten, en in Badalucco friscioi, een fritelle.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de bereiding van gedroogde bonen in zijn algemeen. Hierin staat alles wat u weten moet over het wel of niet weken van bonen, het waarom, over het koken en over het schuimen van bonen. Lees dit artikel beslist.
De kookduur van (tevoren geweekte) bonen bedraagt gemiddeld 50 minuten tot een uur. Alleen bonen die een jaar of langer geleden geoogst zijn, kunnen een langere kooktijd vergen.