De satsuma is in de veertiende eeuw ontwikkeld uit een mandarijn (Citrus reticulata) en een sinaasappel (Citrus × aurantium), vermoedelijk in China. De vrucht maakte furore in Japan. Daar wordt de vrucht overigens zelden satsuma genoemd maar veelal unshu mikan, de Japanse uitspraak van de Chinese naam die voluit 'de honingmandarijn van Whenszou' betekent. De satsuma wordt ook wel miyagawa mandarijn genoemd.
Satsumabomen hebben een grote temperatuurtolerantie, en rijpen relatief vroeg. Dat maakt de satsuma tot een geliefde mandarijnenboom in tal van gebieden in de wereld. Een satsumavrucht is ongeveer even groot als een clementine en weegt circa 60 gram.
Enkele variëteiten zijn:
Een kruising van een satsuma en een Californische navelsinaasappel leverde een nieuwe 'reuzenmandarijn' op, de sumo. Hij dankt zijn naam aan het 'knotje', dat doet denken aan de knoop in het haar van een sumo-worstelaar. In Japan heet deze kruising dekopon. Het is een zoete sinaasappel, gemakkelijk pelbaar en zonder pitjes. Grote exemplaren wegen wel 500 gram, 250 gram is de regel.
In de Verenigde Staten verkrijgbaar van januari tot en met april. Nota bene, je kon de sumo tot 2011 ook hier, bij de Nederlandse Marks & Spencer kopen.
Satsuma's zijn de eerste mandarijnen van het seizoen, en in Nederland maar kort verkrijgbaar. Ze worden meestal groen aangeboden, bepaald geen teken van zuurte! De satsuma's die in Nederland op de markt zijn, komen overigens niet uit Japan, maar worden in Spanje en Italië (onder meer op Siciië) verbouwd.
Koop alleen vers ogende mandarijnen, waarvan de schil glanst en niet rimpelt. Een verse mandarijn herken je bovendien door hem op de hand te nemen. Een verse mandarijn voelt zwaar aan voor zijn afmetingen. Hoe lichter, hoe aannemelijker het is dat de mandarijn is uitgedroogd.
Zoals in China met veel vruchten gebeurt, wordt ook de satsuma gedroogd, de schil ervan althans. Deze wordt als smaakmaker in de keuken gebruikt.
Satsuma's zijn niet lang houdbaar. De houdbaar is hoogstens 2 weken. Dat is gebruikelijk voor mandarijnen. Bij kamertemperatuur is een mandarijn na 2 weken uitgedroogd, en vaak ook beschimmeld.
In China is het centrum van de teelt van de Citrus unshiu Wēnzhōu, een stad in de provincie Zhejiang, in Japoan is dat Kyūshū. Buiten China en Japan, wordt hij onder meer verbouwd in Spanje, Italië Korea, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.
De eerste geregistreerde introductie in de Verenigde Staten dateert uit 1876, en staat op naam George R. Hall in Florida. Tussen 1908 en 1911 werden ongeveer een miljoen bomen geïmporteerd naar de Amerikaanse Golfkust. De mandarijn werd een enorm succes. Plaatsen Satsuma in Alabama, Florida, Texas en Louisiana werden zelfs vernoemd naar de vrucht. Jackson County in de Florida Panhandle riep zich zelf in 1920 uit tot de satsuma hoofdstad van de wereld.
Het epitheton reticulata is het Latijnse woord voor 'netachtig', vanwege de netvormige textuur van de binnenschil.
Satsuma is de volledige naam van de voormalige provincie Sasshū, en zou in 1878 door Miss Van Valkenberg, de echtgenote van de Amerikaanse minister in Japan, geïntroduceerd zijn als de Amerikaanse benaming, beter uitspreekbaar dan de officiële Japanse naam.
De schil is de buitenste beschermende laag van de vrucht en heeft veel smaak. Hij bevat klieren die een geurige olie afgeven. Als een mandarijnschil wordt gebogen, barsten deze olieklieren open en geeft de schil zijn olie vrij.
Onder de schil zit een bittere witte onderschil die veel pectine bevat. Dit sponsachtige witte weefsel heeft een licht bittere smaak, en wordt met de schil verwijderd en wordt niet rauw gegeten. De onderschil zorgt ervoor dat het vruchtbeginsel, dat bestaat uit 7-14 compartimenten, wordt beschermd en niet uit droogt. Ieder compartiment bestaat uit vrucht en zaadjes, omhuld door een sterk membraan.
De binnenschil ontwikkelt zich tijdens de rijping tot een net.