Hiervan slechts 5% voor de export bestemd. Op in totaal 60.000 hectare verbouwt China:
Het belangrijkste teeltgebied is de subtropische regio Pingh in Fujian. Er vindt maar één oogst per jaar plaats, in Vietnam en Thailand gebeurt dat tweemaal per jaar. Het oogstseizoen loopt van eind augustus tot halverwege januari.
Sinds 2005 wordt jaarlijks in oktober in Zgangzhou een groots festival gehouden in Zhangzhou ter ere van de pomelo. Hierbij zijn alleen al enkele honderden pomeloboeren aanwezig. Dat grote aantal is niet vreemd, als je beseft dat de pomeloteelt in deze streek 30.000 hectare, 50% van het totale pomelo-areaal in China beslaat.
Pinghe ligt nabij de stad Zhangzhou, in de provincie Fulian. De teelt van pomelo's in deze streek voert terug naar de 17e eeuw maar China kende de pomelo al van rond de jaartelling.
In de de Ming-en Qing-dynastie noemde men de pomelo Pinghepao, naar de regio Pinghe. In die tijd, en in het bijzonder in het Qianlong tijdperk van de Qing-dynastie, had de pomelo hoog aanzien (royal tribute). Het Qianlong tijdperk duurde van 1735 tot 1796, en al die tijd zat keizer Gianlong op de troon. Hij beloonde boeren die pomelo's verbouwden. Later, onder keizer Tongzhi keizer (1861-1875) werd verordend dat de groene draak "Xipu Xinji" op de pomelo moesten worden aangebracht, als merkteken. In die periode noemde de bevolking de pomelo daarom de 'keizerspomelo' (shihongbao). In de negentiende eeuw was deze de op twee na belangrijkste vrucht van Fujian (na de lychee en de Fu sinaasappel).
De Guanxi is pitloos en zoet en heeft semi-transparant vruchtvlees. De kleur van de schil varieert van lichtgroen tot citroengeel. De belangrijkste oogst is van half september tot half oktober, maar de vrucht is verkrijgbaar van augustus tot februari.
De citrusvrucht is rond 1910 vanuit Guanxi in de naastgelegen provincie Guangdong (Kanton) terecht gekomen, in Meizian. De pomelo groeide daar volop tot Mao opdracht gaf om de pomelobomen te vernietigen omdat ze gezien als een kapitalistische 'staart'. Nog onder het bewind van Mao begon men in 1973 begon in Yanyang, een stad in Meixian, weer schoorvoetend met het planten van pomelo's. Voor secretaris Li Zanfang was het verbouwen van pomelo's de enige manier om los te komen van de afhankelijkheid van de rijstbouw, die de bevolking niets dan armoe had gebracht. Over de ontwikkeling staat uitgebreid geschreven in het boek Moral Politics in a South Chinese Village van Hok Bun Ku uit 2003.
In het Chinees (kantonees) heet de shatian pomelo 'saa tin jau 沙田柚'.
De Shatian heeft pitjes en is zoet, en heeft semi-transparant vruchtvlees. De kleur van de schil is geel. De belangrijkste oogst is van januari tot maart. Hij wordt vaak verkocht in een karakteristiek rood netje.
In Meizhou, de Hakka hoofdstad nabij Yanyang, is het eten van pomelo's een belangrijk onderdeel van het festival. Men eet er behalve de lokale gouden pomelo (Shatian) ook honingpomelo's of Shuijing pomelo's. Het snijden van de pomelo noemen de Hakka's 'sha u', wat 'het doden van de pomelo' betekent, en verwijst naar duivelsuitdrijving, symbolisch voor het zich ontdoen van spoken en rampen.
Offeren aan de maan heeft in verschillende regio's van China verschillende namen, 'het aanbidden van de maan' in Suzhou in de provincie Jiangsu, 'bedanken voor vrede' in Zhen jiàng in de provincie Jiangsu, 'respect tonen voor het maanpaleis' in Zhenghe in de provincie Fujian en 'het aanbidden van het licht van de maan' in Sihui in de provincie Guangdong. Het woord mid-herfst werd voor het eerst gebruikt tijdens de Zhou-dynastie. Men aanbad de maan op de 15e avond van de achtste maand. Men: hoge ambtenaren en rijke families. Men plaatste een grote tafel in het midden van het erf 'onder de maan' en zette er offerandes op in de vorm van fruit en hapjes.
De oorsprong van het brengen van offers aan de maan was afkomstig van het aanbidden van de maangodin, dat koningen in de herfst deden tijdens de Westelijke Zhou dynastie (1045-770 voor Christus). Het werd erg populair in de Song-dynastie, en is uitgegroeid tot een traditie. De offers omvatten (essentieel) mooncakes en watermeloenen (pomelo's in het zuiden van China), appels , pruimen , druiven en wierook. De schil van de watermeloen (of pomelo) wordt soms gesneden en geopend in de vorm van een lotus.
De pomelo symboliseert in China welvaart, en speelt een belangrijke rol bij het Chinese nieuwjaar, net als de sinaasappel en de tangerine. Zoals pomelo voorspoed uit drukt (het chinese woord 油字 klinkt als 'bezitten'), lijkt het chinese woord voor sinaasappel 橘 'gelukkig, goud of weelde' en het woord voor tangerine 桔 als 'geluk'. Een Chinese familie koopt er veel van, liefst met steel en blad er aan, en eet ze vanaf een week voor Nieuwjaar tot zeker een week erna, om het geluk-gevoel van Nieuwjaar zo lang mogelijk vast te houden. Een Chinees ontvangt en geeft graag sinaasappelen of tangerines aan familie en vrienden, maar zal er nooit vier van geven, omdat het Chinese woord voor vier 四 met 'dood' geassocieerd wordt. Geef er 2, 6, 8 of 9, alle geluksgetallen.
Eén van vele tradities bij het Nieuwjaar is een goede wasbeurt. Men gelooft dat juist het blad van de pomelo niet alleen een groot reinigend vermogen heeft, maar bovendien kwade geesten verjaagt. Vandaar pomelo-badzeep voor een ritueel Chinees bad.
Geen betrouwbare of volledige informatie beschikbaar.