Clementines zijn kleine vruchten, in de regel een centimeter of vijf in doorsnee. Ze zijn afgeplat aan twee zijden, met een kleine deuk. De schil van een clemetine is dun en laat zich gemakkelijk pellen, waardoor ze zeer geschikt is als handfruit. Bovendien hebben clementines geen of nauwelijks zaden, pitjes.
De mandarijnenboom (Citrus reticulata) lijkt heel erg op de sinaasappelboom, wordt zo'n 7 meter hoog, maar kan beter tegen droogte als de sinaasappel. Hij groeit zowel in de tropen als in de subtropen. Het is een groenblijvende boom met kleine doornen. De bladeren zijn lancetvormig, d.w.z. aan beide zijden puntig uitlopend. De bladsteel is afgeplat, als een rudimentair blad, maar niet zo prominent als bij limoenen het geval is.
De mandarijn behoort met de citron, de papeda en de pomelo tot de voorouders van alle commerciële citrusvruchten, en kent een groot aantal variëteiten en hybriden. Tot de pure mandarijnen behoren soorten als Nanfengmiju - de eetbare groep genoemd - en manadarijnen als de Sunki, Shekwasha en Cleopatra, die te zuur zijn om als handfruit gegeten te worden en vooral voor sap worden verbouwd.
De mandarijn heeft het grote nadeel dat hij kwetsbaar is, en omzichtig behandeld moet worden om te voorkomen dat de vrucht breekt. Om die reden werd hij nauwelijks geëxporteerd. In gebieden waar mandarijnen worden verbouwd, zoals in de Ghats, houdt men er dan ook van. Zo populair als de mandarijn in Coorg is, is hij nergens ter wereld.
Clementines zijn vooral verkrijgbaar in de periode van november tot begin maart. Veel in Nederland aangeboden clementines komen uit het Middellandse zeegbeied, onder meer Spanje, Marokko en Algerije, maar er worden ook mandarijnen ingevoerd van elders, zoals uit Zuid-Afrika en Argentinië
Koop alleen vers ogende mandarijnen, waarvan de schil glanst en niet rimpelt. Een verse mandarijn herken je bovendien door hem op de hand te nemen. Een verse mandarijn voelt zwaar aan voor zijn afmetingen. Hoe lichter, hoe aannemelijker het is dat de mandarijn is uitgedroogd.
Mandarijnen, ook clementines zijn niet lang houdbaar, en zoals gezegd kwetsbaar. De houdbaar is hoogstens 2 weken. Bij kamertemperatuur is een mandarijn na 2 weken uitgedroogd en vaak ook beschimmeld.
Zelfs gaat er het verhaal dat Rodier betrokken zijn bij het actief kruisen van een Beladi-mandarijn met een bittere sinaasappel, de bigardier. Maar recente studies hebben aangetoond dat die lezing althans niet juist kan zijn, omdat een clementine met zekerheid een kruising met een zoete sinaasappel is, en vermoedelijk van natuurlijke oorsprong.
De clementine is zeer verwant aan de oorspronkelijke Kantonese mandarijn en de Japanse satsuma, en is sinds het begin van de twintigste eeuw in veel landen de 'kerst-mandararijn'. In de maanden rond kerst wordt de clementine op grote schaal aangevoerd, en veelal per kistje verkocht. De in Nederland verkrijgbare clementines komen hoofdzakelijk uit de landen aan de Middellandse zee, maar ook uit Zuid-Afrika en Zuid-Amerika (Argentinië).
De schil is de buitenste beschermende laag van de vrucht en heeft veel smaak. Hij bevat klieren die een geurige olie afgeven. Als een mandarijnschil wordt gebogen, barsten deze olieklieren open en geeft de schil zijn olie vrij.
Onder de schil zit een bittere witte onderschil die veel pectine bevat. Dit sponsachtige witte weefsel heeft een licht bittere smaak, en wordt met de schil verwijderd en wordt niet rauw gegeten. De onderschil zorgt ervoor dat het vruchtbeginsel, dat bestaat uit 7-14 compartimenten, wordt beschermd en niet uit droogt. Ieder compartiment bestaat uit vrucht en zaadjes, omhuld door een sterk membraan.
De binnenschil ontwikkelt zich tijdens de rijping tot een netje. Het Latijnse woord voor 'net' is reticulum, reticulata betekent 'netachtig'.
Clementines zijn rijk aan vitamine C en bevatten veel vitamine B1 (thiamine), vezels, foliumzuur en kalium. De zoetheid ontleent de clementine aan natuurlijke suikers. Deze zijn verantwoordelijk voor de hoge calorische waarde.
Clementines bevatten 14 mg choline per 100 gram.