De plant wordt behalve Mexicaanse goudsbloem de Grote afrikaan genoemd. Hij wordt tussen de 50 cm en een meter hoog, en bloeit van mei tot oktober. De bloemen zijn 5-9 cm in doorsnee, met 100 of meer lintbloemen. Uit de bloemen ontwikkelt zich een langwerpige zwarte vrucht. De goudsbloem heeft een groene, kantige stengel en lancetvormige bladeren met een gezaagde bladrand.
De eetbare bloem is niet algemeen verkrijgbaar, de plant als zodanig wel.
De bloem is eetbaar, en wordt in salades gebruikt. De kleurstof (E161b) wordt onder andere gebruikt in plantaardige olie, margarine, mayonaise en mosterd, in de vorm van een extract in het voedsel van kippen, om een meer gekleurd eigeel te bevorderen, en van kreeftachtigen.
Nog tijdens de regeerperiode van Karel V kwam de plant in andere delen van Europa terecht en op het Afrikaanse continent, in Tunesië om precies te zijn.
In Mexico spelen de bloemen van de goudsbloem een belangrijke rol tijdens de (twee) Dias de los muertos. Ze worden geacht met hun sterke geur de doden te verleiden terug te keren om hen te eren.
In Europa werden de bladeren in de 17e en achttiende eeuw in salades gebruikt en als spinazie gekookt, verwerkt in jam en in wijn. Een beroemd gerecht van het einde van de 17e eeuw was pease soope (erwten soep), die gemaakt werd van schapenbouillon en speciaal voor dit gerecht gedroogde bloemen. Maar het gebruik van Afrikaantjes raakte uit zwang. Al in 1841 beklaagt men zich er over dat de moderne chefs de Afrikaantjes links lieten liggen. Ze beschouwden de bloem als de armeluis saffraan.
In het begin van de 17e eeuw noemde men de plant de africaensche goutbloeme, later affricanen en afrikaan, door Marin in 1752 beschreven als
een zekere verwige doch vergiftige bloem, die uit Afrika naar Europa is gebracht.
De vertaling met 'goudsbloem' van het Engelse 'marigold' slaat de plank dus niet helemaal mis. Maar let op de naam marigold wordt ook gebruikt voor bijvoorbeeld de Calendula (goudsbloem), de Glebionis segetum (gele ganzenbloem) en de Caltha palustris (gewone dotterbloem).
De geslachtsnaam Tagetes is een verwijzing naar de (Romeinse) god Tages, eracta betekent rechtopgaand, en doelt op de groeiwijze.
Geen betrouwbare of volledige informatie beschikbaar.