Het is een meerjarig, halfwinterhard en groenblijvend kruid, lid van de aster- of composietenfamilie (Asteraceae). De plant is een 50-75 cm hoog struikje. De blaadjes lijken niet op die van de Franse dragon, ze zijn glanzend en groen, en licht gezaagd. De onderkant van het blad is voorzien van een aantal meercellige kliertjes, punctata genoemd. Ze bevinden zich ook op de stengels en de schutbladeren van de bloemen.
De kliertjes scheiden verscheidene oliën af, wanneer ze gekneusd worden, waaronder coumarine (bekend van de tonkaboon enlavendel), estragol (dat onder meer in steranijs en nootmuskaat voor komt), anethol (anijs en venkel) en licorice (drop). Deze laatste geeft de blaadjes een zacht-zoete smaak, waarom hij ook wel de zoetgeurende dragon wordt genoemd.
De bloemen van de Mexicaanse dragon zijn oranjegeel en iets dan een centimeter in doorsnede. De plant bloeit in augustus en september. De bloemen zijn tweeslachtig en worden bestoven door insecten.
De blaadjes worden in smartshops aangeboden voor € 6,50 per 20 gram (Herbs of the gods). Als kruid is het nauwelijks verkrijgbaar, wel als plant en in de vorm van zaad. Richtprijs rond € 3,00. Ook in biologische teelt verkrijgbaar. Hij is gemakkelijk te houden, maar moet wel tegen lage temperaturen beschermd worden. Hij kan binnen overwinteren.
Zowel de verse als gedroogde bladeren worden gebruikt als vervanger voor dragon in soepen of sauzen. Van de gedroogde bladeren en bloemtoppen wordt een in Latijns Amerika heel populaire anijsachtige thee gemaakt, maar de bloemen worden ook in salades gegeten..
Men gebruikt de dragon wanneer de Franse dragon niet vers beschikbaar is, gedurende de winter. In het Duits noemt men het om die reden winterdragon (Winter-estragon).
De bloemen worden net als die van het afrikaantje gebruikt als kleurstof.
De plant werd door de Azteken wolkenkruid of yauthli genoemd, en aanvankelijk alleen gebruikt om een wierook van te maken. Ze gebruikten hem later ook medicinaal, in combinatie met cacao, tegen hoge koorts. Het drankje dat ze daar van maakten heette chocolatl. De plant was verbonden met de regengod Tlaloc.
De Azteken gebruikten de plant ook in een ritueel waarbij mensen geofferd werden. Dit soort rituelen bestaat niet meer, maar onder de Huichols wordt de plant samen met een speciaal tabaksoort gebruikt om visioenen op te roepen.
Het kruid wordt commercieel verbouwd in Costa Rica.
In Zuid-Amerika heeft de plant tal van namen: anisillo, atagote, cedrón, flor de xuchitl, hierbanís, hierba anís, hierba de nubes, hierba de San Juan, hierba santa, periquillo, rincón, Santa María, Santa María de jardín, tatalencho, yerbanís en yauhtli, tevens de naam van de wierook die er van gemaakt werd.