De Rhus- of sumacfamilie is in 1753 door Linneaus gedefinieerd, en omvatte aanvankelijk 12 soorten, waarvan er drie op de Afrikaanse Kaap groeiden. Van de overige negen soorten zijn er vier tot het geslacht Rhus gerekend, drie tot de Toxicodendron en één tot de Cotinus en de Allophylus elk.
In de achttiende eeuw al zijn daaraan een veertiental soorten toegevoegd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is de indeling van de Rhusfamilie ingrijpend gewijzigd, met de introductie van nieuwe geslachten, die bovendien meer recht doen aan de geografische oorsprong van de plantensoorten. Daarbij zijn de Kaapse plantensoorten in het geslacht Searsia geplaatst.
Eén van de eetbare sumacsoorten is de Canadese staghorn (Rhus typhina), in het Nederlands azijnboom genoemd. Deze komt van origine Noord-Amerika, maar is ook in diverse Europese landen genaturaliseerd. De belangrijkste Euraziatische eetbare sumac is de Rhus coraria of Siciliaanse Rhus, waarvan de smaakmaker sumac wordt gemaakt. Maar de smakelijkste soorten worden nauwelijks genoemd:
Aan de gedroogde vruchtjes is een afzonderlijk artikel gewijd, waarin wordt ingegaan op de Syrische sumac - ook wel Turkse sumac genoemd - en de Canadese sumac of staghorn sumac.
Het oorspronkelijke groeigebied van de Rhussoorten omvat de tropische en gematigde streken in het oosten van Azië, Afrika en Noord-Amerika. Verschillende soorten hebben een verschillende oorsprong.
De Rhus coraria (sumac) wordt vooral verbouwd in de landen rondom de Middelllandse zee, Afghanistan en Iran. Naast de Rhussoorten die verbouwd worden voor hun besjes, is vooral de Rhus vernicefera van groot commercieel belang. De hars van deze boom wordt net als die van de Toxicodendron vernicifluum al meer dan 6.000 jaar gebruikt voor het Japanse (en Chinese) lakwerk, onder meer bekend van het lakwerk op bento bakjes.
De botanische naam Rhus is afgeleid van het Greekse 'rhous' (ρουσ) dat evenals het Latijnse 'rhus' en het Keltische 'rudd' werd gebruikt om de rode kleur van de sumacs te duiden. Het woord sumac zelf is van Semitische oorsprong, en komt onder meer voor in het Arabisch en het Hebreeuws.