Het is een medium grote, laat rijpende mango, met een vrij dikke en taaie schil. De onrijoe vrucht is groen met een rode of oranjerode blos. Wanneer de vrucht rijpt, krijgt hij bovendien een paarse gloed. Helaas is deze vaak ook al aanwezig wanneer de vrucht nog niet is doorgerijpt, waardoor hij soms te vroeg geplukt wordt, en nauwelijks nagerijpt kan worden. Vandaar de trend om de vrucht aan de boom te laten rijpen, en deze dan per (passagiers)vliegtuig vanuit Brazilië naar Europa te vervoeren.
Het vruchtvlees is geel tot oranje-geel, vrij stevig, maar niet vezelig. Het is zoet en geurig. De Palmer is een vrij grote mango, een groot exemplaar kan wel een kilogram wegen, maar gemiddeld weegt de Palmer 450-700 gram.
De Palmer is een nazaat van een mango-variëteit die dateert uit het begin van de twingtigste eeuw. Deze was vermoedelijk een nazaat van de Haden. De Palmer is in 1949 gelanceerd.
De Palmer is mono-embryonaal, d.w.z. dat geen vruchtdragende plant gevormd kan worden uit het zaad. Vermeerdering vindt plaats door enting op een geschikte (polyembryonale) onderstam. De boom wordt een meter of vijf hoog, en heeft een vrij open kroon. De takken zijn dun en lang, en hebben de neiging tot op de grond door te buigen wanneer ze vol vruchten hangen.
De palmer is een vrij algemeen verkrijgbare mangosoort in ons land, en is tegenstelling tot de Kent en de Keitt, het hele jaar door verkrijgbaar.