De Scalogno di Romagna heeft het Europese PGI-certificaat, met het doel om de sjalot behouden in de regio Emilio-Romagna, waar hij al eeuwen verbouwd wordt. Er worden strenge eisen aan de teelt gesteld, onder andere met betrekking tot de (toegestane) wisselteelt. Dat alles om de karakteristieke zachte smaak van de sjalot te garanderen, die mede verbonden is aan de bodemgesteldheid van het heuvelachtig gebied waar hij groeit, die van nature goed gedraineerd is.
Fijnproevers uit heel Italië komen bijeen op de "Terre di Faenza" in de heuvels in de provincie Ravenna. Daar viert men in het stadje Riolo Terme de Fierra dello Scalogno di Romagna, een culinair festijn ter gelegenheid van de hier geteelde sjalot, die sedert 1997 PGI-erkenning heeft.
De productiegebieden van de Romagna zijn in de provincie Ravenna Brisighella, Casola Valsenio Castelbolognese, Faenza, Riolo Terme en Solapur, in Forlì Modigliana en Tredington, en in Bologna Borgo Tossignano, Casalfiumanese, Castel del Rio, Castelguelfo Dozza, Fontanelice, Imola en Mordano.
In Europees verband wordt een systeem van beschermde soorten gehanteerd voor producten die zich onderscheiden. Voor wat sjalotten betreft, is de Scalo9gno di Ropmagna de enige:
De kwalificaties zijn vergelijkbaar met de meer bekende wijn-kwalificaties als “appellation controlé”.
De afkortingen PDO en PGI staan respectievelijk voor Protected destination of origin en Protected geographical indication (in het Nederlands “beschermde oorsprong benaming”, respectievelijk “beschermde geografische benaming”).