De Baciillus is aeroob en komt dus voor in zuurstofrijke milieus. De bacterie vormt sporen om in voor de bacterie ongunstige omstandigheden te kunnen overleven. Ze zijn befaamd om hun enzymproductie, en worden op grote schaal gebruikt in de biotechnologie en ook in de voedingsindustrie.
De bacillus subtilis werd tot de introductie van antibiotica gebruikt als medicatie bij problemen aan de spijsverteringsorganen en de urinewegen. In de voedingsindustrie wordt de bacterie gebruikt voor de bereiding van amylase en protease, en heel specifiek de bereiding van het Japanse nattō, kleverige sojabonen. De bacterie is bekend van de draadvormige versuikering van bedorven deeg, dat leng wordt genoemd.
De Bactillus subtilis werd vroeger ook Bacillus natto genoemd.
De bacterie wordt gebruikt in probiotische producten, zoals gefermenteerde melk, en brengt voor gezonde mensen geen gezondheidsrisico's met zich mee, volgens onder meer de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. De bacterie is bekender van voedselbederf dan van voedselvergiftiging. Slechts af en toe zorgt de bacterie voor een veelal lichte voedselvergiftiging.
Om besmetting met de bacterie te voorkomen is het raadzaam kruisbesmetting te voorkomen, door rauw eten niet in aanraking te laten komen met gekookt eten. Denk hierbij in de eerste plaats aan contact via de snijplank. Om eten te bewaren is het raadzaam het snel af te laten koelen, bijvoorbeeld door het in kleine porties te verdelen, en binnen twee uur in de koelkast of vriezer te plaatsen.
De eerste beschrijving van de Bacillus subtilis dateert uit 1835. Christian Ehrenberg gaf de bacterie aanvankelijk de wetenschappelijke benaming Vibrio subtilis. Cohn hernoemde hem in 1872. Bacillus natto is het synoniem dat wordt of werd gebruikt voor een stam van de Bacillus subtilis in nattō, meju en cheonggukjang, drie sojafermenten.