De Zamia opumali is de enige inheemse cidade in Florida. Net als bij alle andere cidaden zijn alle delen van deze coontie of compte giftig. Ze bevatten cycasinen, een neuro-toxische glucoside. Toch wordt de wortel gebruikt als voedsel. Dat is heel riskant, want wanneer de wortel ongecontroleerd fermenteert, komt er een uiterst giftige cyanide oplossing vrij. Deze is dodelijk.
Eeuwen geleden al verstonden de Timucuan en Calusa indianen in Florida de kunst om zetmeel te winnen uit de coontie, zonder daar aan te overlijden. Zij droegen deze vaardigheid over op de Semilone indianen, die het op hun beurt door gaven aan de eerste settlers.
De Spanjaarden beschreven in de 16e eeuw hoe de indianen hierbij te werk gingen:
“The plant parts contain central nervous system toxins [cycasin] which must be removed before consumption. To make flour, the roots are first chopped into pieces. They are then pounded with a mortar and pestle. The pulp is then washed with water and the starch is allowed to settle to the bottom. Then the water is drained and the remaining paste is left to ferment for several days. At the end of the fermentation process, the starch is set in the sun to dry. When dry, the powdery, cornmeal-like flour is then baked into bread.”
Vanaf 1830 werd coontie-meel in Florida commercieel geproduceerd, onder de naam Florida arrowroot. Men noemt dit wel de eerste industrialisatie in Florida. De coontieproductie floreerde, tot de Food and Drug Administration de fabricage in 1925 officieel verbood. De laatste molen werd het jaar erna gesloopt.