Tsampa is geïntegreerd in het dagelijks leven, als ontbijt of snack, en als convenience-food voor sherpa's nomaden en reizigers. Tsampa is er overal te koop, en eenvoudig te bereiden.
Tsampa wordt gemaakt door de ongepelde gerstkorrel te roosteren en vervolgens fijn te malen. Het 'meel' is dus voorgekookt, en geschikt om rauw te eten. De traditionele eetwijze is als volgt. Er wordt wat yakboterthee (po cha) in een kom gedaan, waaraan tsampa wordt toegevoegd. Met de hand kneed je er de stampa door, en vormt er een deegje van. Het vergt enige ervaring, maar wanener je eenmaal het kneedproces beheerst, is het een fluitje van een cent. De brokjes tsampa worden rauw gegeten.
Voor een andere smaakbeleving wordt er wel melk(poeder) of sojasaus toegevoegd, of gedroogde yakkaas (dri) maar meestall blijft het daarbij. Tsampa geldt als vervanger van brood en broodjes, en wordt behalve als ontbijt en snack ook als onderdeel van de maaltijd gegeten.
Tsampameel smaakt zoals te verwachten licht notig.
Gerst is een graan dat beter bestand is tegen de droge en rauwe klimatologische omstandigheden van de Tibettaanse vlakte. Daarom is gerst er al millennia een belangrijk graan. De Tibettaanse beschaving zou vor een belangrijk deel aan gerst te danken zijn geweest.
De oudste vondsten van de consumptie van gerst zijn ruim 2000 jaar oud, en betreffen gerst in thee, mogelijk bewijs dat tsampa toen al bestond.
Eéén daarvan is het 'tsampa-gooien', ten teken van vreugde en optimisme. Boeddhisten gebruik(t)en deze traditie - vergelijkbaar met het strooien van rijst bij huwelijken, bij verjaardagen, zoals bij de verjaardag van de Dalai-lama en huwelijken. Tegenwoordig is het tsampa-gooien ook gebruik geworden bij Nieuwjaar en begrafenissen.
Op bovenstaande foto wordt tsampa geofferd aan de mieren, door het meel over de mierenheuvel te strooien. De betekenis ervan is dankbaarheid uit te drukken voor alle levende wezens. Ook in het Boeddhisme zie dat tsama in de vorm van meel of gekneed wordt geofferd.
In Finland, één van de eerste landen in Europa dat kennis maakte met gerst, wordt een soortgelijk product gemaakt. Het heet talkkuna, en werd net als tsampa met boter op spek gegeten.
Tsampa zou naar de achtergrond gedreven zijn nadat Tibet in 1950 onderdeel werd van China. De Han-Chinezen die zich in groten getale in Tibet vestigden waren meer gecharmeerd van tarwe en rijst dan de Tibettanen, die het land in even grote getale verlieten.
Het woord tsampa betekent in het Tibetaans gerst en dit gerecht van gerst tegelijk. Het is in Turkmenistan en Mongolië bekend onder de naam zamba.
In het Oude Griekenland kende men ook geroosterde gerst, dat werd mãza μᾶζα genoemd, een woord dat we ook in het Spaans tegenkomen (zoals in masa harina, maïsmeel). De Grieken werden door de Romeinen wel de 'gersteters' genoemd, een spottende benaming aka 'kaaskoppen'.
Dezelfde benaming heeft men Tibet mirror in 1952, twee jaar na de 'bevrijding van Tibet' door China, gelanceerd als geuzennaam voor de Tibettaan, als symbool van eenheid en oproep tot verzet tegen de annexatie door China.
Dit was de tekst: "We, the tsampa eaters, chuba wearers, dice players, raw and dried meat eaters, followers of Buddhism, Tibetan language speakers . . . we must make the effort to end the occupation." Bij een nieuwe golf van protest in 2008 riepen monniken alle tsampa-eters opnieuw op hun geluid te laten horen. Intussen zongen ze hun mantra's en aten ze hun tsampa. Tsampa is inmiddels een belangrijk aspect geworden van de jongercultuur in Tibet.