top
Grieks brood
Brood en banket
GRIEKS BROOD
GRIEKSE BROODRECEPTEN
CHRISTOPSOMO | GRIEKS KERSTBROOD

GRIEKS BROOD

In bewerking

Griekenland heeft een rijke broodtraditie, die je af kunt lezen aan de enorme variatie in broodsoorten en broodvormen.

De benaming van veel Griekse broden heeft betrekking op de vorm van het brood. Het generieke woord voor brood was in de oudheid artos, tegenwoordig is dat psomi, een woord waarvan de herkomst onduidelijk is. Het kan zijn afgeleid van het Byzantijnse werkwoord psṓō, dat zachtjes wrijven of malen betekent, of van het werkwoord psomizo, dat 'met hapjes eten of voeren' betekent.

Psomi is het zelfstandig naamwoord, zoals gebruikt in horiatiko psomi, wat rustiek brood betekent. Psomo wordt gebruikt in samenstellingen, zoals in:

  • eliópsomo, olijfbrood
  • skordópsomo, knoflookbrood
  • karydopsomo, volkoren walnootbrood
  • stafidópsomo, Kretaans rozijnenbrood en
  • Christopsomo, kerstbrood

De meest legendarische Griekse broden zijn:

  • daktyla, smal brod in de vorm van vingers,
  • paximadia, Kretaans dubbelgebakken volkorenbrood (toast),
  • tsoureki, paasbrood
  • vasilópita, kerstbrood
  • koulouri, ringvormig brood
  • lagana, asmaandagbrood
  • loukourya, altaarbrood

GESCHIEDENIS VAN HET GRIEKSE BROOD

Griekenland was en is een broodland. De gemiddelde Griek eet er 68 kilogram per jaar van, iets meer dan de Nederland.

De Grieken importeren vanouds tarwe, al van ver voor de jaartelling. Vierhonderd jaar voor Christus telde Griekenland al ruim 70 verschillende broodsoorten. Er was niet alleen sprake van een rijke broodcultuur, er was zelfs sprake van competitie. Uit die tijd is het volgende citaat van een klassiek schrijver van komedies, Lynceus van Samos: "In Athene heeft men het altijd over het brood dat daar te koop is, maar het brood dat in Rhodos wordt gebakken, doet er niets voor onder."

Wat Socrates betrof, was witbrood het neusje van de zalm, en was volkorenbrood varkensvoer. Boter meden de Grieken, die biter 'barbaars' vonden en liever olijfolie gebruikten. Bovendien waren de Grieken dol op zoet brood. Naast tarwebrood kende men overigens ook gerstebrood (maza).

In Griekenland ontstond in de 7e eeuw voor Christus een primitieve molen, de Olynthus, bestaande uit twee platte stenen waarvan de bovenste steen in een rechte lijn heen en weer wordt bewogen over de grotere onderste steen. De bovenste steen is circa een halve meter groot, en is voorzien van twee uitsparingen, één om het graan in en door te voeren en één waarin een houten stok rust, waarmee de bovenste steen heen en weer wordt bewogen. Het was de opvolger van de zadelkweern die hiervoor sedert de prehistorie werd gebruikt. Het malen met de Olynthus steen gebeurde door slaven.

Vanaf de derde eeuw voor Christus gebruikten de Grieken de roteermolen, twee ronde schijven waarvan de bovenste door een paard of ezel werd rondgedraaid. In de eerste eeuw voor Christus vonden de Grieken de door water aangedreven graanmolen uit.

Brood bakken deed men tot de 5e eeuw vooral thuis.

BRONVERMELDING UPDATE MEI 2019

Greek easter breads | History of Greek food Volume of bread consumed per person per year in selected European countries in 2013 | Statista