Platbrood wordt van praktisch alles gemaakt dat tot meel vermalen kan worden. Hieronder een (niet-volledig) overzicht:
Op het Indiase continent wordt platbrood naar men vermoedt al sedert het neolithicum, 7000 voor Christus gemaakt. Men gebruikt daar het woord roti, dat wij kennen als Surinaams platbrood, wat eigenlijk een chapati is, als verzamelnaam voor alle (ongerezen) platte broden.
De eerste beschrijving van (tarwe)platbrood stamt uit circa 2900 voor Christus en is gevonden in een Sumerisch encyclopedisch werk uit Shuruppak, een stad uit Mesopotamië, in het zuidoosten van het huidige Irak. Het werk is geschreven op 24 kleitabletten, die vol informatie staan over planten, dieren en voedsel, waaronder brood.
Platbrood van tarwemeel vinden we over de hele Oude wereld verspreid aan, van West-Europa tot in China, van Centraal-Afrika tot IJsland. Platbrood van maïs treffen we van oudsher aan in de Nieuwe Wereld, in het bijzonder Zuid-Amerika. Een speciale rol is weggelegd voor matzes die de Joodse tradities voor Pasen (Pesach) voor schrijven en de hostie in de katholieke eucharistieviering.